zonderlijke a s ta a a of k ram a t. Boven zijne graftombe heeft
men een gebouw opgerigt in den vorm van een’ Missighiet, en
hierin wordt in eene ijzeren kist een kris bewaard, die in de
oogen der bevolking de heiligste kris is en den naam draagt
van S o e ro -a n g o e n -a n g o e n .
We zullen de geschiedenis, en tevens de traditie der Inländers,
betreffende dit heilige wapen een weinig hooger oplialen.
Toen in het jaar 1296 der javaansche sera, p r a b o e - o n g k o
w i d j o i j o , vorst van M o d jo p a h it, ook het bewind over het
gewest Grisse voerde, landden alhier twee Muhamedaansche
zendelingen van den Koning van het eiland T je rm ie of Gedag.
Deze zendelingen waren sjech m o e l a n a - m a g f o e r of m a l ik
i b r a h im , en s i e d e k —m o h a m a d . Aau wal gekomen, noemden
ze de plaats G a rs ik , (welke naam later in G risse verbasterd
is,) en wisteii weldra bij den Hindoeschen vorst van M o d jo -
p ä h it in gunst te komen. Xa verloop van 17 jaTen, namelijk
in 1313, kwam ook de Islamitische vorst van T je rm ie naar
Grisse over, vergezeld van zijne dochter, p o e trie (Prinses)
d e w i e—swa r i e , en trachtte, schoon vruchteloos, den vorst van
M o d jo p äh it tot den Islam over te halen. Middelerwijl stierf
d e w i e —sw a r i e , en besloot haar vader om haar eene graftoinbe
en moskee te stichten in de 2 uren van G risse gelegene
dessa L e ra n , alwaar hij met haar aan land was gekomen.
Doch met deze taak belastte hij zijn5 gezant sjech h a u l a n a of
m o e l a n a , terwijl hij zelf naar T je rm ie wederkeerde. In 1324
was dit werk gereed, en had m o e l a n a intusschen zoo veel
proselyten gemaakt, dat de vorst van M o d jo p ah it hem begon
te duchten, en hem uit dezen hoofde tot geestelijk opperlioofd
der landstreek aanstelde. Na m o e l a n a 5s dood in 1334 of 1344
volgde zekere radja (koning) p e n d i t o hem in de geestelijke waardig-
heid op. Deze was een nabestaande van den koning van Tjempo
en verwant aan den vorst van M o d jo p ah it. In 1380 zonder
kinderen overleden zijnde, werd hij opgevolgd door eene vronw,
met name njai g e d e h - p e n a t e e , weduwe van den p a tti (regqnt)
van Kamb o d ja . Deze vrouw had een kind tot zieh genomen,
den zoon van den, tegelijk met de beide reeds genoemde
soehoenan’s te Grisse gelanden, Islamitischen zendeling van
Banjoewangie , sjech m a u l a n a - h ik s a h of i s h a k , echtgenoot
der dochter van den koning van B alemb an g an g of Banjoew
an g ie , doch door zijn5 schoonvader nit het land verdreven.
Tegelijk namelijk met de verbanning van dezen soehoenan
had de vorst van Banjoewangie ook zijn kleinkind, den zoon
van h i k s a h , in een kistje doen leggen en in S tra a t-B a li
werpen, en dit kistje was toen westwaarts afgedreven en te
G risse aangespoeld, alwaar njai g e d e h - p e n a t e e den nog levenden
vondeling opnam, hem raden n g a l im a t noemde, en hem
later onder den naam van raden p a k o e door den soehoenan van
Ngampe l in den Islam liet onderwijzen. Na den dood zijner
pleegmoeder keerde p a k o e of n g a l im a t in 1408 naar G irie
terug, alwaar hij zieh onder den titel van ,/soehoenan van G ir ie ”
als geestelijk opperhoofd vestigde. Weldra ontving hij ook de
wereldlijke waardigheid uit handen van den sultan van De-
mak, - die in hetzelfde jaar 1408 den Hindoe-vorst van
Modjop&hit overwonnen had, - en tegelijk met deze wereldlijke
heerschappij ook een5 anderen naam, t. w. den naam van
p r a b o e - s a tm o t o . De nieuwe vorst ( p r a b o e - s a t m o t o ) bouwde
zieh toen eene woning op den heuvel G ir ie , een uur ten zuid-
oosten van G r is s e , en overleed eindelijk in 1 4 6 3 , nadat hij
de Halve-maan in het gansche landschap had doen eerbiedigen.
Hij werd opgevolgd door zijn5 zoon -soehoenan d a l e m , en later
door zijn5 kleinzoon soehoenan p r a p e n .
Omstreeks het jaar 154-0 kwam G ris s e , bij den dood van
den laatsten sultan van Demak, onder het nieuw-ontstaan rijks-
gebied van dem sultan van P a d ja n g , die, niet gediend zijnde
met de geestelijke en wereldlijke heerschappij van het huis van
p r a b o e - s a tm o t o , de afstammelingen uit dit huis allengs in rang
en titel verminderde, - zoodat, na den dood van soehoenan p r a p
e n in 1547, zijn zoon en opvolger k a w i s - k o e l o slechts den
titel van P an um b ah an (hertog?), en de zoon en opvolger
van dezen den titel van P an g h e ran g of Prins ontving.
19