
van gebergte of gansche heuvelen amphithéatersgewijze met
sawah’s overdekt, zoodat de eene pittakh als bet ware aan de
andere pittakh hangt, en znlks van den top der heuvelen af
tot in het ravijn toe. Op de bovenste pittakh wordt het water
aanhondend ingelaten, hetwelk dan dit stuk gronds onder zet,
terwijl het meerdere water in de tweede pittakh afvloeit, en van
de tweede pittakh weder in de derde pittakh, en zoo wijders
tot in de laatste pittakh. Hier is dan gelegenheid gemaakt
om het overtollige water te doen wegvloeijen, nadat reeds al
de pittakhs behoorlijk gevuld zijn.— De rijstsoorten zijn velerlei,
te veel om op te noemen. De hoofdsoorten zijn de padie-sawah
en de padie-tipar. Tot de eerste hoofdsoort behooren de ketan-
sawah, die 12 species heeft, welke weder in 5 klassen verdeeld
worden; de padie-sawah, die 25 soorten heeft, welke weder
25 onder-species hebben; en de padie—tjiereeh, die 10 species
heeft. De tweede hoofdsoort is de padie-tipar, die 2 species
heeft, welke 25 onder-species hebben. De padie-tjireeh, verdeeld
in harige padie (padie boeloe) en onharige (padie goendil),
is siecht en weinig voedzaam. De padie—dalam (hof- of vor-
stelijke padie) is de beste soort, doch heeft soms 8 maanden
noodig om te- rijpen. Daarentegen levert ze soms 50 7» meer
rijst op. De padie-mèra is rood van korrel, doch bij uitstek
voedzaam. De zwarte ketan of ketan—itam kan, volgens het
bijgeloof der inlanders, slechts door brave menschen gekultiveerd
worden. De padie-maros wordt gebruikt als geneesmiddel bij
verstuiking, en zoodanige ongemakken, die een gevolg zijn
van nat weder en gevatte koude. En de padie-ketan (oryza
glntinosa) wordt gebruikt tot het maken van gebak (kwee-kwee). -—
Om rijstplantjes (biebiet) te winnen, maakt men pépinières,
waarin de lialmen van den vorigen oogst gezaaid worden. Dit
noemt men : tabor of hambor, of boewang-bibiet. Als de biebiet
of de jonge plantjes 40 à 50 dagen oud zijn, worden ze uit-
gehaald, aan bosjes gebonden, de bladeren half afgesneden, en
in de sa wall’s twee aan twee in den natten grond gestoken.
De tipars worden niet beplant, maar met de korrels der rijst
bezaaid. Na 4 maanden zet zieh de vrucht (padie boenting),
en 2 maanden later wordt ze gesneden.
Een handvol padie lieet tangapan; een bosje heet iekat, dat
is 2 tangapan’s; 4 bosjes maken een bondolau van 12 kattie s,
of 15 ponden; 5 bondolans maken een sanga; 10 sanga’s
maken een karrevrächt, of 50 bossen; een tjain is 200
bossen, en kan van 1200 tot 4000 A. ponden in gewigt ver-
schillen; een koijang is 27 pikols of 3375 A. ponden ; een
pikol is 100 katties of 125 A. ponden; een kattie is l i pond,
en een gantang is f i f pond. — Een getal van 30 bossen,
of 450 ponden zaadkorrels op tipars leveren ongeveer 6000 pon-
den padie of ongebolsterde rijst. Doch 20 bossen, of 15 ponden
bibiet, in sawah’s geplant, brengen vijftig-voudig op. De beste
soort van padie geeft. op 300 ponden zaad gewoonlijk 20,000
ponden rijst in den bolster.
Als een sawah moet gesneden worden, plaatst men een
bamboes met een kleine vlag in het te snijden veld. Iede r,
die om te snijden komt, mag niet afgewezen, maar m o e t als
snijder aangenomen worden, en ontvangt tot loon een vijfde
deel der padie die hij snijdt. Men snijdt altijd halrn voor
halm, - nooit 2 of 3 halmen te gelijk. Volgens sommigen,
geschiedt dit uit eerbied voor een gewas, dat in alle behoeften
der voeding voorziet; doch volgens anderen is dit gebrrnk met
een liefdadig doel in den koran voorgeschreven, omdat er hier-
door b. v. honderd snijders voor een veld noodig zijn en hun
brood hebben, waar anders tien snijders voldoende zouden wezen.
De aanplant van padie geschiedt ook soms op gagah’s , dat
is : op woeste gronden, waar men vooraf het lange gras (allangallang),
het rietgewas of de glaga en het kreupelhout in' den
brand steekt.
Om de padie te ontbolsteren, gebruikt men een’ molen; doch
om fijne tafelrijst te verkrijgen, moet de ontbolsterde korrel nog
eerst in de loempang of het rijstblok gestampt worden.
In het jaar 1854 werden er op gelieel J a v a 1,648,444 bouws
van 500 □ roeden met padie beplant, en was de opbrengst