
tot 8 a 9 fabrieken beperkt vinden. Intusschen weet de lezer, -
en ter eere der javasche tabaks-kontraktanten zij het gezegd, -
dat de Java-tabak in de laatste jaren aan de europesche markt
een zeer gewild artikel is. Ook de inlanders planten en ver-
bouwen hier bij hunne kampongs veelal een weinig tabak voor
eigene consumptie of profijt, dien ze (zoo als reeds is opge-
merkt) op den passer ten verkoop brengen.
Op een paar uren afstands van de kotta B lo r a , in de
rigting der afdeeling P o e rw o d a d ie , die we vroeger reeds be-
zocht hebben, moeten de ruinen zijn van een’ voormaligen
kraton van het bovengenoemde, en langen tijd vdor de stichting
van het rijk van Modj op alii t gebloeid hebbende, rijk van
M e n d a n g -K am o e lan , hetwelk de hooger genoemde b r o w id j o i j o
s a w e l a—t j a i a in het javaansche jaar 525 zon gesticht hebben.
Den ouden zetel van dit rijk zal men, volgens sommigen, hier
moeten zoeken, en dit vermoeden wordt versterkt zoowel door
de overleveringen der inlanders, als door de daadzaak dat men
hier eene kampong of dessa vindt, die nog den naam van
Mendan g -K am o e la n draagt. Volgens anderen echter zou
de zetel van dit rijk geweest zijn in het distrikt W iro so b o
der afdeeling S oe rab a ija , alwaar later in de nabijheid de zetel
stond van het oude rijk van Mo d jopäh it.
Zouden we nu van B lo ra tot aan de Solo—rivier bij
P ed an g an doorrijden, dan zouden we, zuidwaarts-afgaande, in
de residentie Madioen komen, en, noordoostelijk opgaande,
B o d jo n eg o ro bereiken. Doch we keeren naar Bembang, de
hoofdplaats, terug, koopen als souvenir eenige Sigaren-kokers,
die de inlanders alhier van paauwen-vederen vervaardigen, en
gaan voorts, längs den grooten postweg en längs Go d o , de
dessa Lassem bezoeken. Deze plaats is merkwaardig om hare
groote scheepstimmerwerven. Vele kustvaarders, d. i. schepen,
die de .1 ava-zee en den Indischen Archipel bevaren, en hon-
derden vaartuigen van verschillende tuigaadje en diepgang of
van verschillend charter, alien van het deugdzame djati-hout
gebouwd, zijn hier van stapel geloopen. Even als B em h an g ,
ligt de kotta Lassem vlak aan zee, en is ze, behalve door
de scheepstimmerlieden, door vele visschers bewoond. Hon-
derden van visscherspraauwen ziet men er ten anker of op
het strand getrokken. Ook een groot aantal Chinezen, meest
handelaren, en doorgaans amfioen-smokkelaars, heeft zieh in
deze drukke en levendige plaats nedergezet, en weet van de
verschillende takken van industrie der nijvere inlandsche be-
volking aanzienlijk voordeel te behalen. — Het bij Lassem
gelegen lusthuis van eenigen der tijdelijke residenten van Bemb
an g , hetwelk Kadja genaamd is, heeft een fraai uitzigt op
Lassem’s schoone baai.
De kalkachtige, en door zijne witheid in het zonnelicht schit-
terende en hierdoor het oog zoo vermoeijende, postweg wordt
nu allengs vrolijker, dewijl hij veelal als het wäre rakelings
längs de zee en over vele heuvelen of kapen voortloopt. In de
verte schommelen honderd visscherspinken en blinken de karong-
zeilen van allerlei praanwtjes op het blanke schuim der groene
baren, en op de steenen längs het klippig Strand dartelen dui-
zenden van zoogenaamde strand—snippen, krombekken en strand-
loopers driftig dooreen, en hier en daar zijn inlandsche mannen
en vrouwen op de pas droog—gevallen koralen bezig om in hunne
schepmandjes garnalen (oedang) en sprot te vangen. > Somwijlen
stuift bij feilen noordenwind het ziltig nat der opgeruide zee
den reiziger in ’t aangezigt, en op enkele plaatsen zelfs zal
misschien eerlang de postweg moeten verlegd worden, dewijl de
liongerige en rusteloos-invretende golven reeds menig st.uk van
’t läge strand verteerd hebben.
Opvolgend vertoonen zieh nu de distrikten en kampongs Bi-
n an g o en , E n d en , S e lo e k i, T a la n g , K ra g e n , L a ran g ,
Boelo, B a n tja r met zijne haven en redoute, K a ra n g -taw a n ,
P e r in g , B re n g k a l , B o eg an g , Djenoe en G e g e r-s a p i.
De vele dessa’s, die wre doorrijden, — en die in de schaduw der
geliefde djengkol-, peteh-, pisang-, doerian-, klapper- en nangka