
hij kan ook wijn en bier verschaffen, en, als men den tijd
er toe geeffc, ook gekookte rijst bezorgen. — In de nabijheid
van den koepel is een belangrijk plekje, dat we niet vergeten
mögen. Längs een moeijelijk voetpad gaan we ongeveer een
kwartier nurs het bosch in , en zien daar in den mond eener
uitgebrande solfatara een klein diep meer of vijver van zoet
water, waarin eenige kleine visseben dartelen, die door de in-
landers als heilige visschen geeerd worden. Dit meer heet
T e lag a—w a rn a , dat is //gekleurd meer” (telaga, meer, en
warna, gekleurd of veelkleurig), omdat het water, ten gevolge
zijneT bedding en omgeving verschillende kleuren heeft, De
hooge en steile trachiet-wanden van den krater, die het
meer als een levende muur insluiten, en de bersrtoppen in
de nabijheid met hoog geboomte digt begroeid, veroorzaken
hier een’ echo , die bij de diepe en stetige stilte der natuur
iets plegtigs en indrukwekkends heeft. De menschelijke stem,
maar vooral de knal van een geweerschot, wordt sterk en
herhaaldelijk in den omtrek weerkaatst. -
En zoo hebben we een gedeelte van B n ite n z o rg be-
reisd, en nu nog van een ander gedeelte te spreken. Längs
een’ zeer goeden binnenweg bij het hötel B e lle -v u e westwaarts
rijdende, komen we opvolgend aan eenige partikuliere landen en
landhuizen, als Tjomas, D ram a g a , T jam p e a , S e rip o n ,
J am b o e , L u ilia n , N a n g o n g , B o la n , J a s in g a en anderen.
Op deze landen is de hoofdkultuur die van koffij en rijst.
Op N a n g o n g heeft men vroeger goud-aderen in het gebergte
ontdekt, doch het onderzoek is niet voortgezet. Op Tjampea
vindt men een steenen beeid, den nandi of stier voorstellende,
en voorts een’ breeden en grooten waterval, S ading genaamd.
De eerste europesche eigenaar van dit landgoed, wijlen den heer
w. v . h . v a n k i e m s d i j k , had in 1816 of 1817 bij zijn landhuis
ook eene kleine kerk of kapel doen optrekken, die echter later tot
woonhuis verbouwd is. In den omtrek der streek, waarin we
ons thans bevinden, ziet men den 1063 voet hoogen berg T jib o d a s
(wel te ondersclieiden van den T jib o d a s in de P r e a n g e r -
lan d en ), alwaar men, even als op het land Jam b o e , en op
het land K la p p a -n o e n g a l (mede in het buitenzorgsche
gelegen,) de beroemde vogelnesten vindt, die als eene fijne en
kostbare lekkernij bekend zijn. De nesten (sarong-boerong genaamd)
zijn van eene diaphane of transparente lichtgrijze of
grijsachtig-witte kleur en van eene harde zelfstandigheid, en worden
door eene soort van zee-zwalnw in de holen van zekere
kalk-rotsige bergen gebouwd. In den handel worden ze per
kattie, of H Amst. pond, t e g e n / 4 0 , en soms tegen / 70
verkocht, en de Chinezen zijn er vooTal hoog mede m-
genomen. Ik weet niet, of de substantie dier nesten reeds
chemisch onderzocht i s , en het is ook, meen ik , nog een geheim,
van waar de gezegde zwaluw de deelen harer knnstige
compositie verzamelt. De vogel is tot nog toe een ornitholo-
gisch raadsel. De grootste eonsumtie van het artikel u vogelnesten”
is zonder twijfel in C h in a , werwaarts de meeste
uitvoer van J a v a plaats heeft. Het kruiden van spijzen met
deze nestjes is eene culinaire ontdekking der Chinezen.
Voorbij J a s in g a loopt een binnenweg naar de residente
Bantam. Dezen weg heb ik eens in 1849 met mijne vrouw
gemaakt, en wel in een reisrijdtuig. Yolgens menschengeheugenis
was daar slechts eens in 1826 een ledig njdtuig
gepasseerd, behoorende aan wijlen den Kommissaris-Generaal
DIN Bus DB GisiGNiES. De route ging aanhoudend door groote
wouden, over steile bergspitsen en door diepe ravijnen, en de
vriendelijke Sundanezen in de dorpen of kampongs, die we
passeerden, konden hunne oogen niet gelooven. Bovendien hadden
de meeste bewoners dezer eenzame en afgelegen streken nog
nimmer eene blanke vrouw gezien, zoodat de toeloop groot was
en onze togt naar een’ triomftogt' geleek. Daar men, gelijk
zieh beseffen laat, geen paarden of buffels voor den wagen
gebruiken kon, werd het rijdtuig door een dertigtal koeli’s
(lastdragers, daglooners) getrokken, die we tegen betaling te
J a s in g a had aangenomen, en die op elken afstand van p. m.
6 palen, d. i. ongeveer om de twee uren, door anderen