der bebouwde velden (dikwijls een’ drievoudigen oogst opleve-
reude,) 28,259,152 pikols padie.
De rijst in den bolster heet: padie; de ontbolsterde rijst beet:
bras; en de gekookte rijst lieet: nassie. Zeer fijn gestampte
rijst heet: bras-minier (1). —
Verder trekkende passeren we de rivieren T jise so p an , T ji-
b angan en T jilem m e r, eil bereiken T jim an o k . Hier ziet
men nitgestrekte koffijtuinen, groote koffijpakbuizen, en parti-
kuliere tbee-aanplantingen op ongeveer 2200 en 3000 voeten
boogte. Maar vooral trekt onze aandacbt de plek, waar een
overoude waringien-boom gestaan beeft. Onder dien boom, die
reeds, giste men, eenige eeuwen oud was, — en wiens lioofd-
stam naauwelijks door 6 0 , en met al zijne nevenstammen
naauwelijks door 100 menscben kon omvademd worden, en die
aan 1000 menscben te gelijk schaduw kon verleenen, - onder
dien boom, zeg ik , was jaren lang de vergaderplaats der op-
roerige Bantammers. Hier werden alle aanslagen gesmeed en
alle oproerige plannen beraamd, en men hoopte immer op een
gnnstig gevolg, als men eerst bet lommer, en alzoo als bet
ware de sanctie, van dien heiligen boom gezocht had. De
toenmalige Bantamsche Besident b u in bewoog in 1847 of 1848
eenige weldenkende inlandsche boofden om dien boom om te
hakken. Schoorvoetend ging men er toe over, vreezende dat
men heiligschennis begaan en zieh allerlei rampen en* ziekten
op den hals zou halen. Doch de boom viel, de rampen en
ziekten bleven u it, en het prestige van den gevenereerden
honderdjarigen waringien is verdwenen!...
Niet ver voorbij T jim an o k ligt P an d eg lan g . Dit woord
zou in (t Sundascb beteekenen : smids—armband, van: pande
(smid) en gelang of glang (armband.) Het maleische woord
(1) Men zie inijne beschrijving in het T i j d s c h r i f t v a n N. I n d i e , Jaarg. IV
Deel I I hi. 432 volg., en wijders in het Hide Deel der werken van het B a t a v i a s ch
G e n o o t s c h a p v a n k u n s t e n en w e t e n s c h a p p e n de verhandeling van den
predikant J. HOOIJiVtAN, bladz. 323.
paudej beteekent: kundig of geleerd; doch pandé in de Sunda-
taal beteekent: een’ smid. — Van de hooge wallen der benting
of redoute te P a n d e g la n g heeft men een prächtig panorama
te bewonderen. De vlakte of de vallei is bezaaid met dorpen
of kampongs, die in het groen van kokospalmen en vruchtboomen
verscholen liggen, eu zieh voordoen als kleine eilandjes in een
groene zee, of liever als bouquetten op een reusachtig tapijt
door de hand der natuur alom gestrooid. En nevens die vallei
strekken de K a ra n g en P o e lo s a rie hunne kruinen omboog,
en op den versten achtergrond van het diefelijk tooneel teekenen
zieh de bergen van B u itq n z o rg en der P r e a n g e r -B e g e n t-
s c h ap p en : de S a la k li, de M a n d e law a n g ie , de trotsche
Gedéh en P a n g e ra n g o , en het D u iz e n d -g e b e rg te . De
meergemelde berg K a ra n g (welk woord // rots beteekent) is
een vulkaan, en aan zijn’ voet vindt men eenige warme wellen
of bronnen. Volgens de sage of legende der inlanders, heeft
een zekere h a n o m a n , koning der apen, de S tr a a t-S u n d a
willen dempen, en kwam daartoe met twee groote vrachten
zand en steenen aandragen. Doch, bij het gezigt der in S tr a a t-
S u n d a liggende eilanden P o e lo e b é s i, K r a k a ta u , Dwars
in den weg en anderen, meende hij dat dit groote werk,
hetwelk hij had voorgenomen, reeds door een’ ander verngt
was. Vertoornd wierp hij nu zijn’ voorraad zand en steenen
neder, - en de berg K a ran g verrees! De variant-lezing der
legende luidt, dat h a n o m a n de goden wilde beoorlogen, en
opzettelijk den berg K a ra n g maakte om hen in den hemel te
kunnen bereiken. Beeds was de berg zoo hoog opgetrokken
of opgehoogd, dat de apen, h a n o m a n ’s onderdanen of krijgs-
lieden, tot in de wolken opklommen en de sterren van den
hemel wegnamen. De Bantamsche vorst echter, l o e r a d a l a m ,
kwam den goden te hulp, en sneed een stuk van den berg af,
die sedert slechts 6052 voeten hoogte heeft! — Onwillekeurig
denkt men bij deze legende aan de fäbel der Titans van Géa,
die de rotsen tot bergen opstapelden, om over deze brug den
magtigen ju p i t e r in zijn’ bürg van wolken te bestrijden!