
 
		kreegen  eene  frisfe  koelte  uit  het Zuiden.  Ter-  
 ftond  maakten  alle  de  inbporlingen  haast  om  te  
 vertrekken,  en wij  Huurden om  de  West  met  alle  
 zeilen  bij.  Ik  had enig  voorneemen  van Amfler-  
 dam  aantedoen  ,  alzoo  het  niet  verre  uit  mijne  
 koers  lag,  maar,  zoo  als  de  wind'nu  was,  konden  
 wij  het  niet  bezeilen,  waarom  ik  van  dat  
 voorneemen  geheel  afzag. 
 Laaten  wij  nu  tot  A n am o cha gelijk het door  
 de  inboorlingen  genoemd  wordt,  wederkeeren.  
 Het ligt op  20°  15'  Zuider  Breedte,  en  op  174“  
 31'  Wester Lengte;  het  wierd eerst  ontdekt  door  
 t a sm a n ,  en door hem Rotterdam genaamd. (7 )   
 Het heeft  de gedaante  van  een driehoek,  van welken  
 elke  zijde  omtrent  drie  en  eene halve  of vier  
 Engelfche  mijlen  lang  is.  Een  zout  meir,  dat  
 in  het midden  is,  beflaat  geen  klein gedeelte  van  
 deszelfs  oppervlakte  en  fnijdt,  om  zoo  te  fpree-  
 ken,  den  Zuid-Oost  hoek  af.  Om  het  eiland,  
 dat  is  van het N.  W.  naar  het Z.  door  het N.  eq  
 O.  om,  liggen  verfcheiden  kleine  eilanden, zandbanken  
 en  brandingen  verfpreid.  Wij  konden  
 geen  eind  aan  dezelve  in  het  Noorden  zien,  en  
 het is  niet  onmogelijk  dat  zij  zig Zuidwaarts  tot  
 Amfierdam  of  Tongatabu  üitftrekken.  Deeze,  
 met  Middelburg  of  Eaoowee  en  Pyljlaert  maa-  
 ken  eene groep,  die  omtrent  drie  graaden  breed*  
 te,  en  twee  graaden  lengte  beflaat,  welke-ik  de  
 Vrienden-Eilanden  of  den  Archipel  genaamd 
 heb,