
 
		Europeaanfche  kleeding afgelegd ,  en,  in  plaats  van  
 die,  de  fclïoone  nieuwe  klederen  ,  welke  hem  van  
 zijne  landslieden  gefchonken  waren,  aangetrokkén.  
 De  blijdfchap,  die  hij  over  deeze  yerwisfeling  van  
 dragt  liet  blijken ,  bewees  dat  hem  zijne  vaderland-  
 fche  zeden  boven  alles  wel gévallen moesten.  Dit  is  
 ondertüsfehen  te  minder  te  verwonderen,  omdat men  
 onder de meeste volkeren,  die nog niet behoorlijk  be-  
 fchaafd  zijn  ,  maar  bijzonderlijk  onder  de  gantsch  
 Wilde,  diergelijke  voorbeelden  van  de  kragt  der  gewoonte  
 veelvuldig  heeft  waargenoomen.  Het  was  
 ook  indedaad zeer  natuurlijk  dat  een  mensch  yan  de  
 Sociëteit-Eilanden  het  gelukkig  leven ,  het  gezond  
 voedzel,  en de  eenvoudige dragt van zijne  landslieden  
 boven  de  aanhoudende  onftuimigheid,  de  walglijke  
 fpijzen  en  de  groye  naauwe  kleeding van  Europifche  
 zee-lieden  moest  achten.  Hebben  wij  niet  gezien  
 dat  Eskimaux  reet  het  grootfte  vermaak  naar  hun  
 woest  vaderland,  naar  hunne  fmeerige  zee-hondenvellen  
 ,  en  naar  hunne  garftige  traan  teruggekeerd  
 z ijn ,  alfchoon  zij eenen  tijd  lang  de  Europifche keuken, 
   de Europifche  kleder: pragt,  en alle de heerlijkheid  
 van Lqnden gezien en genoten hadden! 
 W a toE D iD E E   betreft,  hij  vond  op  Otahiti  alle  
 gelukzaligheid en  vermaak,  die  hij verwagten  konde;  
 een  ieder bejegende  hem met  bui tengewoone  achting,  
 en zag hem,  in meer daneenopzigt,  vooreen  regt zeè-  
 wonderaan;  men  onthaalde  hem  op  de  uitgezogtfle  
 fpijzen;  hij  kreeg  onderfeheiden  klederen  tot  ge-  
 fchenk,  en,  terwijl  hij onder  de  nijmphen i des  lands  
 omzwierf,  vond  hij  niet  zelden  gelegenheid  ook  die  
 vermaaken  te  fmaaken ,   die  hij  op  zee  had  moeten  
 derven.  Aandoénlijk  voor  die  zinlijke  drift  ,   gelijk  
 alle  kinderen  der  natuur ,   maar  langen lijd   van  het 
 ge• 
  gezigt van  zijne  fraaie  lands -meisjens  beroofd ,  en  
 door  den  omgang  met  onze  matroozen  veelligt  nog  
 een weinig meer dan  yoorh.eèn tot zinlijkheid  geilemd,  
 moesthem de gelegenheid om zig ook hieromtrent te voldoen  
 natuurlijkerwijze  zeer  welkopm  zijn.  Hij  had  
 dan van  ajie kanten aanleiding om het  zig  op  dit  vrolijk  
 eiland wel  te  laaten  gevallen  ,  en  zig  door  den  
 omgang  met  de  fchpope meisjens  te  laaten  boeijen»  
 Het 1'chip  kon  daarenboven in  eene  zoo warme lucht-  
 ftreek geen aangenaam  nacht-verblijf voor  hem zijn ;  
 waarom  zpu  hij  zig  in  eene  enge ,  veelligt  Hinkende  
 kajuit laaten opfluiten,  daar  hij  aan  land de zuiverfte  
 lucht,  de  aangenaame reuk der bloemen  konde  inademen  
 ,  en  daarenboven  van  de  zagte  avond- winden  
 de aangenaamfte verkoeling te verwagten hadde?  Maar  
 hoe  gelukkig,  met opzigt  tot deeze  pmftandigheden,  
 pEDid e e s   lot  aan  land  ook  zijn mo.gt,  waren  ’er  
 egter  aan  boord,  die z ig ,  in  hunnen  toeftand,  voor  
 legt benijdenswaerdig  hielden.  Reeds  in  den  eerften  
 avond,  nam dijk  ,  kwamen  ’er  verfcheiden  vrouws-  
 •pèrfopnen  op  het  fchip,  met welke  ,  den  gantfchcn  
 pacht door,alle mogelïjkebuitenfpoorigheden gepleegd  
 wier den.  Ik heb  reeds  op  eene  andere  plaats  aangewerkt  
 dat  de  losbandige  yrouwsperfopmen  van  de  
 •gemeende  of laagfle  klasfe  zijn;  dit  bevestigde  zig  
 im  nog  vqlkoowener  ,  wijl  deeze  vrouwen  dezelfde  
 Waren,  die zig reeds, bij ons eerfte verblijf qp Otahiti„  
 zoo  uitgelaaten  zedenlops  met  onze  matroozen  ge-  
 draagen hadden; dit bewijst, mijns  bedunkens, klaar *  
 dat  de  gerieflijke  meisjens hier  tè  lande  ook  eene bijzondere  
 klasfe  uitmaaken ;  zij  is  egter  op  verre  na  
 zoo  talrijk,  en  het  zeden-bederf in  lange  zoo  algemeen  
 niet  als  onze  voorgangers  hebben  doen  geloo-  
 5ren 5  mij  dunkt  zij  hebben  daarin te weinig plaats en  
 S  5  om?