
 
		land  te  boven  ,  van  welke  de  kust  Oostwaarts^  
 wat Noordlijk (trekt.  Zij  is  laag,  en  fcheen  enige  
 kreeken  of  bogten  te  vormen,  en^  toen  wij  
 verder  in  het  kanaal  kwamen  ,  zagen  wij  enige  
 kleine  laage  eilanden  langs  hetzelve  liggende,  die  
 zig  tot  agter  Si.  Bartholomeus  Eiland  fcheenen  
 uittèftrekken* 
 Thans  deezéh  gantfchen  Archipel  opggnoomen  
 hebbende,  noodzaakte  mij  het  jaargetijde  Zuidwaarts  
 té  keeren,'  terwijl  ik  nog enigen  tijd overig  
 had  om  enig  land,  dat  ik  tusfchén  dit  en  
 Nieuw - Zeeland  zoude  mogen  ontmoeten,  op te-  
 neemen  ,  en  dat  ik meende  aantedoen,  om  mijn  
 volk te  ververfchen,  en  voo'rraad  van  hout en  water  
 voor  eenen  anderen  togt  Zuidwaarts  intenee-  
 mem  Met  dit  inzigt  wendden  wij  ten  vijf uuren  
 na  den  middag,  en  loefden  Zuidwaarts  op  met  
 eene  frisfe koelte  uit  het  Z.  O.,  Op  dit  uur  lag  
 de  N.  W.  punt van  den  doortogt,  of  de  Z.  W.  
 punt  van  het  eiland  Tierra  del  Espiritu  Santo„•  
 bet  eenigst  ovérblijfzel  van  qui ros  vast  land,  
 N.  8a® W.  drie mijlen van  ons.  Ik  noemde  haaf'  
 Kaap  Lisburne;  en  zij  ligt  op  15’   40'  Zuidef  
 Breedte,  en  op  165°  59  Ooster Lengte.; 
 ;  Naardien  het  bovenftaand  bericht  van  deeze  
 eilanden,  in de orde,  in welke wij  dezelve  onder-  
 zogten  ,  niet  omftandig  genoeg  is  omtrent  der-  
 zei ver  ligging  en  befchrijving,  zal  het  veelligt  
 niet  ongepast  zijn  hier  eene  naauwkeuriger  befehrijfchrijving  
 van  dezelve  te  geeven,  die,  met  
 de  hier  bijgevoegde  kaart,  den  leezer  een  be»  
 ter  denkbeeld  van  de  gèheele  groep  zal  doen  
 krijgen. 
 De  Noordlijke  eilanden  in  deezért  Archipel  
 wierden eerst  ontdekt  door dien  grooten  zee-reiziger  
 QuiROS  in  het  jaar  1606,  en  wierden,  niet  
 zonder  reden,  befchouwd als  een gedeelte  van  het  
 zuider  vast  land,  dat men  op  dien  tijd,  en  tot nog  
 zeer  onlangs,  onderftelde  te  beftaan.  Zij  wierden  
 vervolgens  beZogt door  den Heer  d e   b o u g a i n v 
 i l l e ,   in  het  jaar  1768,  die,   behalven  dat  ij  
 op  het  Lazarus - Eiland landde,  niets  meer  ontdekte  
 dan  dat  het land  niet aan  elkander vast  was,  
 maar uit  eilanden  beflond,  die  hij  de  Groote  cr   
 clades  noemde.  Doch  naardien  w ij,  behalven  
 dat  wij  de  uitgeftrektheid  en  ligging  van  deeze  
 eilanden  gevonden  hebben,  nog verfcheiden nieuwe  
 ,  die  te  vooren  niet  bekend  waren  ,  ontdek»  
 ten,  en  alle  onderzogten,  denk  ik  dat  wij  het  
 recht  verkregen  hebben  om  dezelven  eenen  naatn  
 te  geeven  ;  wij  zullen  die  dan  voortaan  onder-  
 fcheiden  bij  den  naam  van  de  Nieuwe  Hebri*  
 des.  Zij  liggen  tusfchén  140  291  en  20°  4'  Zuider  
 Breedte  ,  en  tusfchén  1660  4 1 '  en  170°  »V  
 Ooster  Lengte,  en  (trekken  zig  honderd  vijf  en  
 twintig  mijlen  uit  in  de  (trekking  van N.  N.  W.  
 ■ J. W.  en  Z.  Z.  O.  |  O. 
 ;VL  D ee l .  R,  Het