aan enig werk, waaraan wij bezig waren, om ons
ïe helpen, waarin het volk van de andere eilanden
gewoon was behagen te fcheppen. Maar daar ik
jneest naar oordeel, is dat zij de vrouwen het
zwaarst werk laaten doen, als of zij pak * paerden
waren. Ik heb eene vrouw een groot pak op
haaren rug zien draagen, o f een kind op haaren
rug, en een pak onder haaren arm., en een kaerel,
die voor haar uit trad, met niets anders dan eene
knods of fpeer of iets diergelijks in zijne hand.
Dikwijls zagen wij kleine troepen vrouwen heen
,en weder gaan langs het ftrand, met vrugten en
wortelen belaaden , door eene bende gewapend
volk begeleid, fchoon wij nu en dan ook wel te
gelijk eenen man een pak zagen draageh, maar
piet dikwijls. Ik' weet niet waarom dit gefchied-
de, of dat eene gewapende bende nodig ware. In
het eerst dagten wij dat zij uit de nabuurfchap
verhuisden met hunne goederen; waar wij zagen
hen naderhand eiken dag uit en in draagen.
Ik kan niet zeggen dat devrouwen fchoon beden
zijn;maar ik vond haar fraai genoeg voor de
mannen pn- te fraai voor het gebruik , dat zij vaft
haar maakten. Beiden de kunnen zijn zeer don»
ker van kleur, maar niet zwart, en zij hebben
niets kenfchetfend van den Neger aan zig. Zij
paaken zigzeive zwarter dan zij wezenlijk zijn,
floor hunne aangezigten met een blanketfel van
van pqtlood te befchilderen. Zij gebrui-
P § fceu