
 
		ze  belediging begaven  de  meeste  van het volk  zig  
 dp  de  vlugt  ;  daar  waren  flechts  enige  weinige;  
 die  ikikpn  overhaaien om  te  blijven.!  Terwijl  zij  
 -wegliepen*  zag-ik  eenen  man  vallen,  die  orimid-  
 delijk  door  twee  andere  weder  opgerigt  wierd*  
 die  hem  in  het  water  bragteü  ,  zijne  wonden  
 waschten  j  en  hem  . Wegleidden;  Kort  daarop  
 kwamen  ’èr  enige  en  beichreeven  mij  den  aart  
 van  >  zijne  wonde $  alzoo  ik  bevond  dat  hij  
 niet  verre  weg  gebragr  was  ,  zond  ik  om  den  
 heelmeester.  Zoo  dra  hij  kwam  ,  gong  ik  met  
 hem  naar  den  gekwetllen  ,  dien  wij.  ftervendeh  
 vonden;  De  kogel  had  zijnen  regter-arm  ge-  
 raakte  die  zeer  verbrijzeld  was,  ert  was  vervolgens  
 aan  de  korte  ribben  in  zijn  lighaam  gegaan,  
 van  welke eenë  gebrooken was.  Defchurk,  die  
 gefchoten  had  ,  gaf  voor  dat  een  van  het  volk  
 eene  pijl  op  zijnen  boog  gelegd  had,  en  op  
 hem  meende  te  fchieten,  zoo  dat  hij  zigzelven  
 in  gevaar,  rekende;  Maar  dit  was  niet meer  dan  
 zij  altijd  gedaan  haddenen  met  geen  ander  in-  
 zigt  dan  om  te  toonen  dat  zij  zoo  wel ,als  wij  
 gewapend  waren,  ten. minden  ik  heb  reden  Om  
 zulks  te  denken,  alzoo  zij  nimmer  verder  gon-  
 gen.  iDat  dit Voorval  nog  ongelukkiger maakte *•  
 was  dat  het  niet  bleek, dat  het  de  man  was  die  
 den  boog  gefpannen  had  ,  welke  dood  gefeho-  
 ten was;  waar  een,  die  naast hem  ftond.  Deeze  
 z-aak  bragt  de  inboorlingen  in  de  uiterile  verflage# 
 genheid,  eh  de weinige,  die  men  kon  overhaaien  
 om  të  blijven,  liepen  naar  de  plantagieën,  
 èn  bragten  kokösnoöten  eh  andere  dingën  aan,  
 die  zij  voor  Onze  voeten  nëderlegdeh.  Zoo  tas  
 WaS dit  ftoiit  volk  vernederd!  Toen  ik  haar  boord  
 gong  om  te  eeten;  vertrokken  zij  al lé,  en  
 daar  vertoonden  zig  maar  enige  weinige  in  den  
 agtefmiddag  ,  onder  welke  p a o w a n G  en  
 w h a -a - göu wareh.  ( 1 5 )   ïk  had  deezen  jongman  
 niet gezien  zedert  hij  aan  boord gegeeteh had;  
 Hij  en p a o w a n G  beloofden mij  den  vólgenden  
 morgen  vrugten  enz.  te  zullen  brehgen,  maat'  
 Ons  vroegtijdig vertrek  ftelde hen  hierin  te  leur; 
 «f*  4*  4* 
 4-  «5» 
 •¥ 
 Vi.  D e £l F Ë É &