
 
		len  in  middellijn",  en  van  eene  cifkeivormige  ge«  
 daante.  Het  beftaat  uit  verfeheiden  kleine  ftuk-  
 jens  land,  door  branding  aan  malkaêr  verbonden,  
 en  van welke  het grootfte  aan het Noord - Oostiijk  
 gedeelte  ligt.  Dit  is  het  eiland  Howe,  door  kapitein  
 w a l l i s   ontdekt,  die,  geloof  ik,  zijne  
 floep  had  afgezonden  om  het  opteneemen  en  die,  
 zoo  ik  niet  kwalijk  onderrigt  ben,  een  kanaal  
 door  het  rif  naar  binnen  gevonden  had  aan  het  
 Noord Westlijk gedeelte.  De 'inwooners  van Ulïe-  
 tea  fpreeken  van  een  onbewoond  eiland,  dat hier  
 omtrent  liggen  moet,  en  dat  zij  Mopeha  noemen, 
  naar  hetwelk zij  in  zekere  jaargetijden  gaan,  
 om  fchildpad  te  vangen.  Misfchienis  dit  hetzelfde, 
   alzoo wij géene  tekenen van inwooneren  op  
 hetzelve  zagen.  Deszelfs  Breedte  is  160  46’  Z.  
 en  deszelfs  Lengte  1540  8'  W.  (2) . 
 Wij  ontmoeteden niets aanmerklijks  tot den zestienden, 
   en  onze  koers  was W.  wat-zpidlijk;  de  
 winden veranderlijk  van  N.  rond door  het O.  naar  
 het Z.  W,,  verzeld  van  betrokken,  regenaehtig,  
 ongeftadig  weder,  en  eene  golf  uit  het  Zuiden.  
 Wij  legden gemeenlijk  bij,  of hielden op den  wind  
 geduurende  den  nacht,  en  voerden  bij  dag  alle  
 zeilen,  die wij  konden.  In  den  morgen  van  den  
 zestienden,  omtrent  een  half  uur  na  zonne-opgang, 
   wierd  ’er  land  uit  den  top  van  de  mast  
 ontwaard  ,  liggende  N.  N.  O.  van  ons.  Wij  
 veranderden  terftond van  koers,en  ’erop  aan ftnuéesrende, 
  bevonden jHj.dat het insgelijks een rif - eiland  
 ivas,  beilaande  uit  vijf  of zes,  met  hoüt  bedekte  
 ,  feilandjens  ,  door  zand - banken  en  branding  
 aan  elkanderen  verbonden,  die  een  meir  infloo-  
 ten,  in  hetwelk  Wij  geen  ingang  befpeuren  konden. 
   Wij  ftevènden  latigs  de Westlijke en Noord-  
 Westiijke  kusten  van  het  züidlijk  eind  tot  het  
 noordiijk  ëind  ,  dat  Omtrent  tweë  mijlen  is,  eri  
 zoo nabij  de  kust*  dat  wij  èens  de  klippen  öridef  
 Ons  konden  zien  ,  eri  egter  vonden  wij  geeneri  
 anker-grond  eri  zagen  geene  tekenen  van  inwooè  
 heren»  Daar  was  overvloed  van  verfchillendé  
 fóorten  van  vogelen  en  de  kusten  fcheenen  wel  
 van  visch  vöofzien  te  zijn.  De  ligging  vari  dit  
 eiland  is  niet  verre  verwijderd  van  die  *  welke  
 door  den  Heer  d a l r Vmp l e   aan  La  Saghta*  
 ridi  doof.Quiros  ontdekt^  wordt  toegekend|  
 doch  j  volgens  de  befchrijving ^  welke  de  ontdekker  
 ’er  vari  gegeeven  heeft,  kan  het  hetzèlfdé  
 hiet  zijn»  Om  deezé  reden  befchouwde  ik  hei  
 als  eene nieuwe  ontdekking,  en  noemde  het  PaU  
 merfton  Eiland,  ter  eere  van  Lord  p a l i e r *  
 ston  ,  een  van  de  Lords  van  de  Admiraliteit  
 Het  ligt  op  i8°  4'  Zuider  Breedte,  en  op  idg®  
 10'  Wester  Lengte* 
 Ten  vier uufen  na  dett  middag verlieten wij  dif  
 eiland en  hervatteden onze koers naar riet  W*  teri  
 Zi  met eene  fraaie  vaste  oostlijke  koelte^  tot  deri  
 twintigden  op  den  middag  ,  wanneer  wij  ,  op 
 H  *