
 
		omftandigheden  in  acht  genoomen.  Op  deeze wijze  
 zou o m a i   ook  in  zijn  land  hebben  kunnen  vertellen  
 dat  men  in  Engeland weinig  van fchaamte  of eerbaarheid  
 weet,  omdat  hij  die  onder  de gerieflijke meis-  
 jens, die langs de  flraaten  van  Londen  zwerven,  niet  
 heeft gevonden.  Den  volgenden  avond  kwam  al  dat  
 liederlijk  volkjen tijdig terug,  en zij bragten nog  zoo  
 veele  andere  van  haare  gelijken  mede,  dat  elke  matroos  
 de  zijne  hebben konde.  Dit  kwam  zeer  goed:  
 zij hadden heden het feest van St, Joris, den befcherm-  
 heilige  van  Groot - Brittannie ,  naar  oud  gebruik,  
 gevierd,  dat  is,  dien Heiligen  ter  eere,  zig  dapper  
 bezopen;  en thans wierd het feest ook, ter zijner eere,  
 met  den  dienst van Venus befloten. 
 Bladz.  20  (4).  De Koning was verzeld  van zijne  
 zuster  t a u r a i ;  het  was  hem  en  zijn  gezelfchap  
 voornamelijk om  rooden papegaaien  vederen  te  doen,  
 want naar  deeze  vraagden  zij  zeer  ijverig  onder  den  
 naam  van  Oora.  Ongetwijfeld  hadden  de  verhaalen  
 van  O E D i D E E ,   en  de gefchenken  van  dergelijke vederen  
 ,  die  hij hier  reeds had  uitgedeeld,  den Koning  
 aanleiding  gegeeven  bij  ons  daar naar  te  verneemen.  
 Wij zogten dan den gantfchen voorraad van merkwaer-  
 digheden,  die  wij  van  de  Vrienden-Eilanden  mede-  
 gebragt  hadden,  door,  en  vonden  ’er  eene menigte  
 van  die  'vederen  onder  ;  wij  achtten  het  egter  niet  
 raadzaam  hun  die  alle  te  gelijk  te  laaten  zien,  maar  
 men  toonde  den  Koning  en  zijne  zuster Hechts  een  
 gedeelte  van  deeze  kostbaarheden  ,  welk gezigt  evenwel  
 genoeg was om  hen in eene  blijde verwondering te  
 brengen.  Enige  van  onze  vederen  waren  op  doek  
 van moerbezieënboom gehecht, andere op Herren, van  
 kokosvezelen  gemaakt.  Van  dit  dus  geborduurd 
 doek 
 doek  kreegen  onze  hooge  gasten  een  flukjen  ,  niet  
 veel grooter  dan twee vingeren  breed,  en  van  de Herren  
 ook maar  eene of twee  fluks.  Hoe klein  dit  deel  
 was,  fcheenen  zij egter  naauwlijks  zoo  veel  verwagt  
 te hebben,  en  gongen ?er  zeer vergenoegd mede  heen.  
 Men  gebruikt  deeze  vederen  hier  te  lande  voornamelijk  
 tot  verfiering  van  de  krijgs - klederen,  en  wie  
 weet  bij welke  andere  plegtige  gelegenheden  zij  ook  
 nog dienst  moeten  doen.  Maar  de  ongemeene waarde  
 ,  die men  ’er aan  hecht,  bewijst  genoeg  hoe  hoog  
 onder dit  volk de weelde reeds  geflegen is, 
 Toen  den volgenden  dag  onze  oude  vriend  po t a -  
 tow  en  zijne  twee  gemalinnen  w h aine eow   en  
 p o l a t e h e r a   ons  kwamen  bezoeken,  moeflen  zij  
 ook reeds  van onzen  grooten rijkdom  van roode  vederen  
 gehoord  hebben  ,  want  zij  bragten  eene  menigte  
 varkens  mede,  en  vermangelden  die  met  de  groot-  
 fle  begeerte  tegens  de  kleinfie  lapjens  van  dat  veder-  
 doek. 
 m 
 wm 
 H a 
 Bladz.  20  (5).  Het  donderde  deezen  dag  zeer  
 flerk.  Tot meerder  veiligheid maakten  wij  eene  koperen  
 ketting  aan  de  grobte  mast  vast,  die  wij  over  
 boord  lieten  hangen,  Het  onderst  eind  geraakte  in  
 het  touw-werk  verward,  en  naauwlijks  had  de matroos  
 het  losgemaakt  en  over  boord  geworpen,  of  
 ’er  flocg  eene  verfchriklijke  blikzem-Hraal  neder  ,  
 die zigtbaar de gehecle ketting langs liep,  en onmidde-  
 lijk  van  eenen  vreeslijken  donderdag  verzeld  wierd.  
 Het gantfche fchip dreunde ’er zoodanig van,  dat niet  
 alleen  alle  de  Tahitiers,  die  aan  boord waren,  maar  
 ook wij  zeer verfchrikten.  De blikzem had  egter gee-  
 ne  de minfle fchade  gedaan,  en  dit overtuigde  ons  nu  
 andermaal  van  het  groot  nut  der  elektrieke  ketting, 
 van