
 
		Het deed mij,  om  de eer der menschheid,  leed dat  ik  
 zulk  eene  aanbieding  moest  hooren  van  eenon  man ,  
 wiens karakter  anders  in  alle  opzigten  zoo onberispelijk  
 was  geweest.  Het  was  p o t a tow   die  zig  zoo  
 verre  verlaagde!  Wij verweeten  hem  zijne  zwakheid,  
 en  betoonden  ’er  ons  ongenoegen  over.  Het  was  
 een  geluk  dat de matroozen reeds  eene  groote menigte  
 roode  vederen  op  de  Marquifen- Eilanden  tegens  
 andere  merkwaerdigheden  Verruild  hadden  ,  eer'zij  
 wisten  Welk  eene  waarde  zij  op  Otahiti  hadden;  
 want,  waren  alle  deeze  fchatten  tegelijk  hier  gekoo-  
 men  ,  zouden  de  levensmiddelen  zonder  twijfel  zoo  
 hoog in  prijs  gedegen  zijn,  dat  wij  ’er  veelligt  nog  
 flegter  aan  zouden  geweest  zijn  dan  bij  ons  voorig  
 verblijf  alhier.  Het  klemde  vedertjen  wierd  veel  
 hooger  geacht  dan  eene koraal  of een fpijker,  en  een  
 ftukjen  doek  ,  met  zulke  vederen  bedekt,  bragt  bij  
 dengeencn, ‘die het ontvong,  zulk  eene  verrukking  te  
 weeg  als  een  Europeaan  naauwlijks  zoude  ondervinden  
 ,  als  hij onverhoopt  den  diamant  van  den Groo-  
 ten Mogol bekwam.  P o t a t o w bragt zijnen  grooten  
 krijgshelm  aan  boord,  en  verkogt  dien  voor  roode  
 vederen  ;  andere  volgden  zijn  voorbeeld  ,  en  daar  
 wierden zeer  veele  borst-fehilden  van  de matroozen  
 ïngekogt.  Nog meer was  het  te  verwonderen  dat  de  
 inboorlingen  zelfs  de  zonderlinge  treur - klederen  te  
 koop bragtem ,  van welke in  de  eerfte  reize van  c o o k.  
 gefprooken is,  en welke men  toen tot  geen’ prijs wilde  
 afftaan.  Daar  zij uit de  kostbaarfte  voortbrengzelen, 
   welke  het  land  en  de  zee  öpleveren,  beltaan,  
 en met groote  vlijt  en  konst  vervaerdigd zijn ,  is  het  
 natuurlijk dat zij die op zeer hoogen prijs moeiten houden.. 
   Egter wierden  ’er*  niet  minder  dan  tien  zulke  
 treur-kleeden  van  verfcheide» Meden  aan  boord  opgekogt  
 en  naar  Europa  gebragt.  Kapitein  cook  
 heeft  een  van  dezelve  aan  het  Britsch  Mufeum  ge-  
 fchonken;  mijn  vader  heeft  de  eer  gehad  een  aan  de  
 Univerfiteit te Oxford te overhandigen,  daar het in het  
 Asmolisch  Mufeum  geplaatst  is ,  en  het Academisch  
 Mufeum  te  Gottingen  bezit  insgelijks  zulk  een  volledig  
 treur-kleed,  onder  eene uitgelezen  verzameling  
 van  zeldzaamheden  van  deeze  eilanden.  ( * )   Het  bovenst  
 gedeelte  van  deezen  zonderbaaren  opfchik  bellaar  
 uit  eene  platte,  dunne  plank ,  die ,  in  de  gedaante  
 van  eene  halve maan ,  twee  voeten lang en vier  
 of vijf duimen  breed is.  Op  dezelve  zijn  vier  of vijf  
 uitgezogte  paerlemoêr-fchülpen,  die  ’er  met  kokos-  
 draaden  op  gebonden  zijn,  doormiddel van gaatjens,  
 welke  in  den  rand  derzelye  en  ook  in  het  hout  geboord  
 zijn.  Aan  beiden  de  uiterfte  einden  van  dó  
 plank is eene grooter fchulp van deeze foort met blaauw-  
 groene duiven -vederen omringd,  die,  gelijk de hoornen  
 van de halve maan, naar  boven  gerigt  zijn.  Midden  
 op  de plank  zijn  twee  groote fchulpen, die  eeilen  
 cirkel van  omtrent  zes  duimen  middellijn  uitmaaken,  
 vastgehecht,  en  boven  deeze  fleekt  een groot  paerle-  
 nioör  uit,  dat  gemeenlijk  nog  zijn  buitenst  purperkleurig  
 bekleedzel  heeft.  Het  is  langwerpig  van  gedaante, 
   omtrent  negen of tien  duimen  hoog,  breeder  
 van  boven  dan  van  onderen,  en  rondom  met  witte 
 ve- 
 ( * )   Ik  heb  ook een  deezer treur - kleden  te  Londen in het  
 uitmuntend  kabinet  van  p a rk ins on,  voorheen  het Leve-  
 riaansch Mufeum,  maar  thans grootlijks vermeerderd, gezien ,  
 daar  het,  alzoo  de,  vrije  .toegang  tot  dat  kabinet  aan  ieder  
 vergund wordt ,  door  alle vreemdelingen bezien kaü worden. 
 T ; 
 VERTAALER»