van zijne fchepen vergiftigde, zoo dat het enigen
tijd leed eer zij herfteld waren, en wij zouden ongetwijfeld
in denzelfden Haat geweest zijn, zoo
wij ’er meer van gegeeten hadden.
Den vijf en twintigften, met het aanbreeken van
den dag, deeden wij eenen korten gang naar het
.Oosten van Shepherds. Eilanden tot na zonne-
opgang, wanneer wij , geen land meer in die
flrekking ziende, wendden en naar het eiland Huurden,
dat wij in het Zuiden gezien hadden, hebbende
een labber koeltjen uit het Z. O ., Wij
Heven den Oostwaarts Drie-hergen- Eiland voorbij,
en ook voorbij een laag eiland, dat aan de
Z. O. zijde van hetzelve ligt, tusfchen eene aan-
merklijk fpitfe rots, die den naam van h&x. Monument
kreeg, en een klein eiland, dat Twee-bergen
Eiland genaamd wierd , naar twee fpitfe
bergen, die ’er op waren, welke door eene laage
fmalle land - tong van elkanderen gefcheiden wier-
den. Het kanaal tusfchen dit eiland en het Monument
is bijna eene mijl breed, en vier en twintig
vademen diep. Uitgezonderd deeze rots, die
alleen voor vogelen toeganglijk is , vonden wij
geen eiland, waarop wij geen volk zagen. Op
den middag namen wij hoogte, en bevonden onze
Breedte 170 j8 '30"; Onze Lengte van Sandwich
Dit is des te waarfchijnlijker, omdat de zee - braasifem in
de Spaanfche taal fagrus heet.
Wkh Haven was 45' O. In deeze ligging lag het
Monument N. 16° O. twee Engelfche mijlen van
ons; Twee - bergen - EilaHd N. 250 W. op den
afftand van twee Engelfche mijlen, en op eenö
lijn met het Zuid-Westlijk gedeelte van Driebergen
- Eiland, en de Eilanden in het Zuiden
ftrekten van Z. 16° 3°' O. tot Z. 420 W.
Onze koers zuidwaarts vervolgende, kwamen .
wij ten vijf uuren na den middag nabij de Zuid*
lijke landen, die wij vonden te beftaan uit een
groot eiland , welks Zuidlijk en Westlijk eind
zig buiten ons gezigt uitftrekten, en uit drie of
vier kleinere, die digt, bij;: deszelfs Noord-zijde
lagen. De twee Noordlijkite zijn verre de groot-
fte, hebben eene goede hoogte en liggen in de
flrekking van O. ten Z. en W. ten N. twee mijlen
van elkanderen. Het een noemde ik Monta-
guy en het ander Hinchinbrook , terwijl ik het
groot eiland Sandwich noemde , ter eere van
mijnen edelen befchermer, den Grave.wan Sandwich.
Branding vooruit ziende tusfchen Monta-
•gu- en Hinchinbrook-Eiland, wendden wij, en
kort daarop wierd het ftil. Deeze ftilte bleef
aanhouden tot den volgenden morgen ten zeven
uuren, wanneer ’er een koeltjen uit het Westen
opkwam. Geduurende de llilte door de ftroo-
men, en eene deining uit het Z. O. vier mijlen
W. N. Westwaarts gedreven zijnde, voeren wij
voorbij Hinchinbrook Eiland, zagen het Westlijk