S44 t Aüg. 1773] R Ë I Z È R O N D O M
de Zuid West-Kaap loopt de kust N. ten W. 5
maar het verst land lag N. W. ten N, van dezelve,
en fcheen daar te eindigen'. .De Hrekking
van de kust blijvende volgen, was zij op den middag
twee Engelfche mijlen van ons, en onze breedte
was, volgens onze waarneemfng, 160 22'30"
Z. Dit is ten naasten bij de parallel van Sandwich,
Haven, en onze onbedrieglijke gids, bet uurwerk
toonde dat wij 26' ten Westen van dezelve waren
, een affland, welken de Breedte van Mallï-
colo in deeze parallel niet kan te boven gaan. De
Zuid-West*Kaap lag Z. 26° O. op zeven En1-
gelfche mijlen afHands, en de verfle land-punt,
waarnaar wij Huurden, lag N. W. ten N ., Ten
drie uuren waren wij haar ten einde , en bevonden
dat het land zig nog verder uitflrekte, en meer
en meer naar het N. draaide. Wij voeren bet
langs tot het Noordlijkst ernd, dat wij niet bereikten
dan toen het reeds donker was,- wanneer
wij na genoeg aan wal waren om de Hemmen
van volk, dat rondom een vuur op het fl'rand zat’,
te onderfcheiden. Hier peilden Wij en vonder]
twintig vademen en zandgrond ; maar van het Tand
affnijdende, vonden wij weldra geen grond meer,
en toen deeden wij een gang rèrug naar het Zuiden,
tot de maan op kwam. Toen Huurden wij
wederom Noordwaarts, loefden de punt om, en
bragten den nacht in bo u g a in v il l e .s doortogt
door, zijnde zeeker waar wij waren voor de zon
DE WAERELD. \Aug. 1774} 045
onderging , door het zien van het land, aan de
Noord - zijde van het Kanaal, zig tot N. W. i W.
uitHrekkende.
De Zuid - kust van Mallicolo van het Z. O. eind
tot de Z. W. Kaap is weelderig met hout en andere
natuurlijke voortbrengzelen bedekt, van den
zee - kant tot op de toppen der bergen. Naar het
N. W. van de Kaap is het land minder bosch-
rijk, maar aangenaarner afgewisfeld met groene
velden, van welke enige bebouwd icheenen. De
kruinen der bergen fcheenen dor, en de hoogfle
ligt tusfchen Sandwich Haven en de Zuid- JVest-
Kaap. Verder Noord wordt het land ongevoelig
laager, en is minder met bosch bedekt. Ik
geloof dat het een zeer vrugtbaar eiland is en
wel bewoond; want wij zagen overal rook bij dag,
en vuuren bij nacht.
Des anderen daags ?s morgens met zonne- opgang,
bevonden wij ons ten naasten bij in bet
midden van den doortogt, het N. W. eind van
Mailigdo, flrekte zig uit van Z. 30° O. tot Z,
58° W. het land in het N, van N. 70° W» tot
N. 4°. O. en het Lazarus - Eiland lag N. 30° O,
op den afftand van elf of twaalf mijlen.. Wij voerden
nu zeil en Huurden N. ten O. en daarna N.
langs de Oost-kust van het Noordlijk land, met
een fraai koeltjen uit het Z. O, Wij bevonden
dat deeze kust, die eerst fcheen door te loopen,
Hit yerfcheidgp laage bogchrijke eilanden beftond,
Q 3 de