was, zeide ons dat zij Eatua no te Toutou, go-
den van de bedienden of flaaven waren. Ik twij-
fel of dit genoeg zij om ?er uit te befluiten dat zij
bun godsdienftige eer bewijzen, en dat de bedienden
of flaaven dezelfde Goden niet mogen hebben
als perfoonen yan hooger’ rang. Ik heb tuf i a
pooit zulk eene onderfcheiding hooren maaken, of
yernoomen dat zjj enig zigtbaar ding hoegenaamd
Vereerden. Deeze waren ook de eerfte houten
Qoden, we|ke wij op enige van de eilanden gezien
bedden, en alle de verzeekering, die wij hadden
dat zij Goden waren, was enkel het woord van
een* misfchien bijgeloovig mensch , welken wij
Ook verkeerd zouden kunnen verftaan hebben.
moe? bekennen dat het volk op dit eiland,
pver het algemeen ? bijgelooviger is dan dat op
Otahitl Bij het eerfte bezoek, dat ik hei op?
perhoofd na pnze aankomst deed, verzogt hij mij
dat |k mijn volk verbieden zoude reigers en fpech-
ten te fehieten, vogelen, die bij hen zoo heilig,
^ijn als roodborstjens, zwaluwen en andere bij
yeele oude wijven in Engeland, t ü p i a , die een
Rriester en wel bekend was met hunne godsdienst,
gewoonten, overleveringen enz. floeg weinig of
geen acht op deeze vogelen. Ik maak bier ge^
wag van,, omdat fommige onder ons van gedag-
?en warep dat deeze vogelen hunne Eatuas of Go?
den zijp. Wij kwamen, wel is waar, op die ge*
dagte, toen ik bief in het jaar 1769 was, en op
nog
„og veel ongerijmder, die wij ongetwijfeld zouden
aangenoomen hebben, zoo t u p ia ons niet
beter onderrigt hadde. Wij hebben zederc niemand
van zijne kundigheden en verftand ontmoet,
en hebben dus ook niets bij zijn bericht van hunnen
godsdienst gevoegd dan bijgeloovige denkbeelden
( 7 ) .
Het volk , weetende dat wij weldra onder zeil
zouden gaan, begon op den een en dertigften
meer vrugten dan gewoonlijk aan boord te brengen
(8) . Onder die, welke kwamen, was een
jongman, die zes voeten, vier en zes tienden duimen
lang was, en zijne zuster , jonger dan hij,
was vijf voeten tien en eenen hal ven duim lang.
Den eerften Juny was de handel van varkens en
vrugten zeer levendig. Den tweeden, in den ag-
termiddag, kreegen wij bericht dat ’er, drie dagen
te vooren, twee fchepen aan Huaheine aangekob-
men waren. Hetzelfde bericht luidde , dat het
een onderbevel van den Heer banks en het
ander onder dat van kapitein furne aux ftond,
De man, die de tijding bragt, zeide dat hij aan
boord van het een dronken gemaakt was, en be-
fcfereef de perfoonen van den Heer banks en
kapitein furneaux zoo wel, dat ik ’er in het
geheel niet aan twijfelde, en begon te denken om
’er dien zelfden avond eene floep naar toe te zenden,
met bevelen voor kapitein f u r n e a u x ,
wanneer ’er bij geval een man , zijnde een vriend
G 4 van