oorzaak Vail het vlug verftand deezer eilanders in de
Vrngtbaarheid tan hun land zoekt, want overvloed
en zorglooze dagen brengen overal vrolijkheid en genoeglijkheid
voort;
Bladz. 9? ( 5 }. Ik zag twee kleine meisjens eenen
dans uitvoeren; maar -zij waren noch zoo lijk gekleed,
noch zoo bekwaam in de könst als p o v a d ü a ; haat
tamau of gevlogte hair was niet in de gedaante van
éenen tulband opgeftooken, -maar vormde verfcheidert
groote- lokken, die eene ' goede uitwerking' voor het
Oog deeden, en enigzints naar de hooge kapfels van
onze dames geleeken.-
Na den middag danste p o y a d u a weder , en het
fcheen als of zij deeze-réis haare mededansferesfen geheel
wilde overtreffen; zij had zig ten minften meer
dan gewodnBjk opgeféhikt en met eene menigte Euro-
pifche glazen -kóraalen behangen. Haare bewonde-
fenswaefdige vaerdigheid, de fraaie beweeging van
haare armen, en de fnelle beeveride fpeeling haaf er
vingeren wierden wan de Indiaanen even zoo zeef als
de kunst van onze dansferesfen van de Opera bewonderd.
Wij konden ons -egter daarin met den natio-
haalen fmaak niet vereehigén dat het buitengewoon
verdraaien -van dén mond eéne fraaiheid "zoude zijn;
naar-ons oordeel -was hét zeer -lelijk. ; Tot deeze {pelen
en dansfen -gaf enkel de tegenswoordigheid der
Arreoys aanleiding; Hun bijzijn fèheeh het gantfehe
eiland te verlevendigen en vrolijk te maak en; Ook
gongen zij den anderen-met een goed voorbeeld voor;
Zij fehikten Zig op het best op, en verfdheenen bijna
eiken dag in eene andere kleeding; de gehcele dag
wierd in - fmullen en, -ledig -loopen doofgebragt: zij
Zalf-
Zalfden zig het hair met welriekertde olie, zongen,
of fpeelden op de fluit, in kort, het een vermaak ver*
Vong het ander.
Onze vriend o ed id e e was misfchien de eenigfte
Van zijnen ftand, die niet zoo vergenoegd was als
de andere en zulks omdat men hem hier niet zoo veele
gunften bewees als hij o^ Otahiti genoten had. Het
fchijnt ook hier in de Zuid* Zee, zoo wel als bij ons,
waar te zijn dat een Propheet nergens minder geacht is
dan in zijn vaderland. Hij had hier veele nabeftaanden 5
maat dit baatte hem tot niets dan dat alle, die daar
onder behoorden, gefchenken van hem verwagteden,
en niet als eene gunst, maar als plicht. Op Otahiti
daarentegens Wierd hem elk nog zoo gering gefchenk
als eene milddaadigheid aangerekend, waardoor hij
zig vrienden en andefe voordeelen verkreeg; Zoo
lang den goedhartigen jongen nog iets het geringfte
van die zeldzaamheden overig bleef, die hij op onze
moeijelijker en ten deèle gevaarlijke reize met gevaar
van zijn leven verzameld had, zoo lang had ook het
plaagen geen einde, en, offehoonhij langzaamerhand
alle zijne fchatten, zonder terughouding, had wegge*
geeven, fcheenen egter enige van zijne nabeftaanden
luid over zijne gierigheid 1 te klaagen. Hij, die eerst ia
ftaat geweest was anderen -gefchenken te doen, moest
lm zelf Weder bij zijne Europifche vrienden om het"
een en ander verzoeken, Want de hebzugtvan zijne
Vrienden had hem naauwlijks een paar roeden vederen
en andere kleinigheden tot gefchenk Voor zijnen hoo*
gen nabeftaande o ro o k 'i, den lvoning van liolabola,
overig gelaaten. Het was dan ook geert wonder dat
hij wensehte weder op Otahiti te zijn; hij zeide ons
ook dat, zoodfa hij zijné nabeftaanden- óp Bolaholn
bezogt had, niets hem wedérhoitden zoude om zig
’ - naar