
 
		flechts  enige  weinige  inboorlingen  hem  op  het  
 ftrand waren  te  gemoet ‘ gekoomen;  maar  dat  ’er  
 veele op  den  zoom  van  het  bosêh  waren met  (pee-  
 ren  in  de  handen.  De  gefchenken,  die  hij  hun  
 gegeeven  had  ,  waren  zeer  koel  ontvangen  geworden, 
   dat duidlijk  toohde  dafc wij  niet welkoonï  
 waren.'  Toen  hunne  verfterking  aankwam,  vond  
 hij  góed  weder  te  fcheep  te  gaan,  alzoo  de  dag  
 reeds  verre  verloopen  was  en  ik  bevel  gegeeven  
 had  op  alle  mogefijke wijzen  eenen aanval  te  vermijden. 
   Toen  zijn  volk  in  de  floep  góng,  wilden  
 fommige  dezelve  afftooten  ,'  en  andere  heri  
 bij  zig  houden;  maar  eindelijk  hadden  zij  hen  
 Vreedzaam  laaten  vertrekken.  Zij  feragten  vijf  
 honden  aan  boord,  die  ’er  in menigte  fcheenen  te  
 zijn.  Zij  zagen  geene  vrugten  dan  kokosnoóten  
 van  welke  z ij,  bij  ruiling,  twee  dozijnen  bekwamen. 
   Een  van  ons  volk  kogt  eenen  hond  voor  
 èene'enkele plataan,  hetgeen  ons deed  gisfen  dat  
 zij  die  vrugt  niet hadden. 
 Dit  eiland,  dat  door  de  inboorlingen  Tiooked  
 genoemd  wordt,  is  ontdekt  en  bezogt  geweest  
 door den  kommahdeur  b y r o n .  Het  is  enigzints  
 èirond  van  gedaante,  is  Omtrent  tien  zee-mijlen  
 in  omtrek  groot,  ligt  in  de  fïrekking  van  O.  Z.  
 O.  en  W.  N.  W.  en  op  140  27'  30"  Zuider  
 Breedcè,  en  1440  56'  Wester  Lengte.  De  be-  
 wooners  van  dit  eiland  en  misfchien  van  alle  de  
 laage  eilanden  zijn  van  eene  veel  donkefer  kleur 
 da® 
 dan  dié  van  de  hooger  eilanden  en  fchijnen  wilder  
 van  aart  te  zijn.  Dit  verfchil  fpruit misfchien  
 uit  hunnen  toefland.  Alzoo  de Natuur  haare  gun-  
 ilen  op  deeze  laage  eilanden  niet  met  die  mildheid  
 heeft  uicgeftore,  met  welke  zij  enige  van  de  
 andere  heeft  befchonken,  moeten  de  bewooners  
 htin  onderhoud  voornamelijk  uit  de  zee  haaien;  
 bij  gevolg  zijn  zij  veel  aan  de  zon  en  het  weder  
 blootgefteid  en  worden  daardoor  donkerer  van  
 kleur, geharder  en  fterker,  want  daar  is geen twijfel  
 aan  of  zij  zijn  van  dezelfde  natie.  Ons  volk  
 flani  waar  dat  zij  Wakkere,  welgemaakte  men-  
 fchen Waren  en  dat  zij  op  hunne  lighaamen  de  gedaante  
 van  een’ Visch  getekend  hadden,  een  goed  
 zinnebeeld  van hun  handwerk  f a ) . 
 Den  agttienden,  met  het  aanbreeken  van  den  
 dag  ,  na  den  nacht  doorgebragt  te  hebben  met  
 kdrte  gangen  te doen,  hielden  wij  af naar een  ander  
 eiland,  dat wij in het Westen  in  het  gezigt hadden  
 en  dat  wij  ten  agt  uuren  bereikten;  wij  zeilden  
 de  Zuid- oost  kust  langs  op  den  affland  van  
 eene  Engelfehe  mijl  van  land.  Wij  vonden  het  
 even  zulk  een  eiland  als  hetgeen  wij  verlaateri  
 hadden,  zig N.  O.  en  Z.  W.  uitftrekkende,  omtrent  
 vier mijlen *  en  van  vijf  tot  drie  Engelfchë  
 mijlen  breed.  Het  ligt  Z.  W.  ten W.  twee mijlen  
 van  het West-einde  van  Tiookea  en  het  midden  
 ligt op  14°‘  37' Zuider  Breedte  en op  1450  iof  
 • Wester  Lengte.  Deeze  eilanden  moeten  dezelfde