
ringen, halsbanden of arm-ringen droeg; maar diergelijke
verfierzelen fcheenen den mannen alleen vergund
te zijn ; daar dit het geval is, zijn de vrouwen
gemeenlijk veracht en leeven in de grootfte flavernij.
Dit feheen ook hier zoo te zijn; zij tovschten-, bij
voorbeeld, groote pakken op de ruggen en droegen
op deeze wijze dikwijls nog meer dan een kind met
zig om. De mannen fcheenen geene de minde achting
voor haar te hebben en wilden haar ook niet toe-
ftaan nader bij te koomen, en de vrouwen waren van-
deezen dwang zoo wel bewust, dat zij van zelve wegliepen
, als wij haar wilden naderen.
B la d z . 167 ( i i ). Naar de menigte van inboorlingen,
die wij in Sandwich - Haven zagen, te oor-
deelen , moet hun aantal zeer aanmerklijk zijn; egter
is de bevolking ngar de'grootte van het eiland, nog
niet. aanzienlijk te noemen. Vijftig duizend zielen
mogen, naar mijne gedagten, het hoogde getal zijn,
dat men zoude kunnen aanneemen, en deeze woonen
niet, gelijk te O ta h iti, dechts alleen in de laagegedeelten
des lands , maar zij zijn over eene, oppervlakte
van meer dan zes honderd vierkante mijlen verlpreid.
Men moet zig Ma ïïicoh in het algemeen als een enkel
groot bosch voordellen, van welk eerst enige weinige
plekken uitgeroeid en bebouwd zijn geworden;
diergelijke bewoonbaare plaatfen leggen gevolglijk in
dit ontzagchelijk woud omtrent zoo als de kleine eilanden
in de wijde Zuid-zee bieren daar verdrooid.
Konden wij door de duiderheid dringen, waarmede
de gefchiedenis van dit volk ontwikkeld is, dan zouden
wij denklijk bevinden dat zij laater in de Zuidzee
gekoomen zijn dan de bewooners der Vrienden- óf
Sociëteit-Eilanden. Zoo veel is ten minden zeeker
dat
dat zij van eene gantsch andere af komst zijn moeten,
want dat bewijzen hunne gedaante, taaien zeden. In
fommige opzigten fchijnen zij met het volk van
N ieuw -G u in ea en het land der Papoes overeenkomst
te hebben; zij zijn ten minden even zwart van kiemen
hebben even wollig hair.
De luchtdreèk van Mallicolo en van de nabnurige
eilanden is zeer heet ; misfchien is zij fomtijds minder
gemaatigd dan op O ta h iti, omdat het eiland zeer veel
grooter i s ; wij hebben der geene bukengéwoone
warmte gehad, De thermometer van f a h r e n h e i t
dond op zes en zeventig en agt en zeventig graaden,
dat is , op eenen zeer.gemaatigden graad voor de verzengde
luchtdreek. In zulk een land is de Meeding
een duk van weelde,- en niet -van behoefte, dan in
zoo verre de-distels en doornen hen tot enige voorzorgen
verplichten , om-zig de tederde déden des h'g-
liaams niet te verfcheuren; hiertoe omwikkelen zij
dezelve met doek en binden die aan den gordel naar
boven, zoo dat zij eigenlijk niets bedekken. Schaamte
en kiiischheid zijn enkel gevolgen van onze opvoeding
en geene aangeboren begrippen, waarvoor wij
dezelve, met even zoef weinig recht houden als wij
menig ander zedehlijk gevoel voor natuurlijke in-
ftincten aanzien.
Bij alle ruuwe en onbefchaafde volkeren vindt men
duidlijke bewijzen dat fchaamte en kuischheid in den
natuur-flaat geheel onbekende dingen zijn. Daarvandaan
ook dat zij, als enkele deugden van overeenkomst,
naar de maatftaf van het ftnderfcheid in de
verfijning der zeden, overal verfcheidenlijk gewijzigd
zijn. Naar onze begrippen van'eerbaarheid konden
de mannen met de uitvinding van deeze dragt onmogelijk
het oogmerk gehad hebben, ontuchtige gedag-
Aa o ten.