p8 iMey 1774] R E I Z E R O N D O M
van zijn’ broeder was, die mij, zoo dra "Wij geland
waren, met de gewoone plegtigheid, twee
biggen aanbood. Ik deed hem een zeer fraai té»
gengefchenk, en oedjdee gaf hem alles wat hij
nog overig had van hetgeen hij verzameld had
geduurende den tijd, dien hij bij ons had doorge»
bragt. ;
Na dat deeze plegtigheid voorbij was, beval ik
dat eene van de biggen zoude geflagt en klaar gemaakt
worden , en ik bleef zelf bij de geheele
bewerking, die aldus toeging: eerst wurgden zij
het varken, dat door drie mannen gedaan wierd 5
het varken op zijnen rug gelegd zijnde, legden
twee hunner eenen vrij fterken ftok dwarsch over
zijnen hals , en drukten met alle hunne zwaarte op
elk eind van denzelven ; de derde hield zijne ag-
terpooten vast, hield hem op zijnen rug, en flopte
zijn fondement met gras toe, denklijk om te
beletten dat ’er lucht in of uit ginge. Op deeze
wijze hielden zij hem omtrent tien minuuten « tot
hij geheel do,od was. Ondertusfchen waren enige
andere bezig, met een vuur te maaken, om den
oven te warmen, die daar digt bij was. Zoo dra
het varken dood was , legden zij hem op het
vuur, en brandden of zengden het hair, zoo dajc
het ’er zoo gemaklijk af gong, als of het gebroeid
was. Als het hair op de eene plaats ’er af was,
legde men eene andere plaats op het vuur, tot zij het
’er al af hadden, egter niet zoo fchoon, o f daar
moest nog iets aan gedaan worden: hiertoe wierd
het naaf den zee - kant gebragt, en daar wierd het:
te deeg gefchrapt mét zandfleenen en zand; hierdoor
wierd ’er de gezengde korst afgehaald, dié
het vuür’er op gelaaten had. Toen ’er het zand
en het vnil wel afgewasFchen was; wierd het lig*
haam weder naaf de eerfte plaats gebragt; en op
zuivere groene bladeren gelegd; om geopend te
wórden. Eerst fneeden zij het vei van den buik
op, en namen ’er het vet of het fpek tusfchen vel
en vieesch uit, dat zij op een groot groen blad
legden; Toen wierd de buik opgefneden en dé
ingewanden ’er uitgenoomen, die in eene mande
wierden Wèggebragt, zoo dat ik niet weet wat ’cf
van dezelve geworden zij, maar ik ben verzeekerd
dat zij niet weggeworpen wierden. Vervolgens
wierd ’er het bloed uit gehaald en iii een groot
blad gedaan, en toen het fpek; dat bij het ander
Vet gedaan wierd. Nu wierd het varken fchoon
gewasfchen; zoo binneh als buiten; met zoet water
; en daar wierden verfeheiden heete fleeneli
in zijnen buik gelegd', en onder de borst in gé-
fchiid, en groene bladeren op dezelve gepropt;
Na was de oven heet genoeg, het vuUr, dat *ef
nog in was , wiefd ’er uitgenoomen met enige
Van dé heete fteenen; de overige maakten eene
foort van fteenen - vloer op den bodem van het
gat, of den ovén, en wierden niet bhdefen bedekt,
waarop het varken op zijnen buik geplaatst
G 1 wier dj