P8
vaartkundig verflag dat de Heer d a l r ym p l e
in zijne Verzameling van Reizen naar de Zuidzee
’er van geefc, is niet gebrekkig dan in der-
zelver ligging. Deeze was de voornaamfte reden
waarom ik dezelve aandeed; het was des te nuttiger
dit ftuk uittemaaken , omdat het groöten-
dcels de liggingen van m en d an a s andere ontdekkingen
zal bepaalen:
De Marquïfen - Eilanden zijn vijf in getal, namelijk
La Magdalena, St. Pedro, L a Dominica
, Santa' Chriftina en Hoods E ila n d , welk
het Noordlijkst is en op 90 26' Züidef Breedte
ligt en N. 130 W. vijf en eenê halve mijl vari
de Oost-punt van La Dominica, het grootst van
alle de eilanden, die zig zes mijlen Oost en West
nitftrekken. Het heefc eene ongelijke breedte ert
Omtrent vijftien of zestien mijlen in omtrek. Het
is vol van fteile bergen, die in ketenen regt uit
fee oprijzen; deeze ketenen zijn gefcheiden doof
diepe valeien , zij zijn vol houtgewas , gelijk
ook het hangen van enige der bergen; het aaneen
is egter dor; maar het is nogtans bewoond 5
het ligt op 9° 44' go' Zuider Breedte. St. Pedro,
dat omtrent drie mijlen in omtrek en van eene
góede hoogte is ligt Zuidwaarts vier en eene
halve mijlen van het oostlijk eind van La Dominica;
wij weeten niet of het bewoond zij. De
Natuur is het niet zeef gunftig geweest. Santa
Ehriflina ligt onder dezelfde parallel, drie of
A s vier