
 
		van dezelfde betekenis uit de  taal  van te Vrienden-Ei*  
 landen  luidde.  Bij  gevolg  moeten  ’er  hier  in  de  na-  
 buurfehap  nog  andere  eilanden  en  met menlchen van  
 dezelfde natie,  die óp de Sociëteit - en Vrienden-Eilanden  
 woont,  bevolkt  zijn.  Zij  noemden  hun  eiland  
 Tanna,  dat  in  de  Maleitfche taal Aarde of Grond betekent. 
 Des avonds  fchoot ’er uit  den brandenden berg,  van  
 vijf  tot  vijf  minuuten,  met  een  gekraak  als  van  den  
 donder,  eene  vlam,  bij  welke  het  onderaardSch gedruis  
 dikwijls  eene  halve minuut  buurde.  De  lucht  
 was  tegelijk  overal  met  rook  en  zwarte  fchorl-asch  
 vervuld,  die,  als  zij  ons  in  de  oogen  kwam,  eene  
 bijtende  fmert  veroorzaakte.  Zij  viel  in  Zulk  eene  
 menigte  neder  dat,  binnen  weinige  uuren,  hetgant*  
 fche  fchip  ’er  mede  bedekt  was;  het  ftrand  lag  ook  
 óveral  vol  kleine  puin - fteentjens  én  uitgebrande  
 kooien. 
 ❖   ❖   4* 
 «i*  «4* 
 * 
 AANi 
 O P   H E T 
 VIJFDE  HOOFDSTUK, 
 UbSi  ,1- . . 
 -Juïladz.  198  ( i ) .   De  Heef  h o d g é s   heeft deeze  
 landing,  (van welke  men  Plaat LVI*  eene af bedding  
 vindt)  zeef  naauwkettrig  en  met  veel  fmaak  getekend 
 » 
 Bladz.  198  (2);  In  het  bijzondef  eene  fooft van  
 fnoelt ( Ejox argenteas N.  5)  die op de West-Indifche  
 eilanden  menigvuldig  gevonden  wordt  en  aldaar  den  
 naam  van  tienponder voert,  omdat hij niet zelden zoo  
 zwaar gevangen wordt» 
 Bladz.  199  ( 3 ).  Hij had den voorigen  dag  in den  
 agtermiddag  opgehouden  vuur  te  bfaaken;  maar  des  
 mórgens  ten  vief  uuren  begon hij weder.  Des nagts  
 had  het  geregend.  Het  vuur  gaf een  fchoon  gezigt.  
 De  rook,  die  in  dikke wolken  oprees,  had  allerleie  
 kleuren,  geel,  oranje,  karmofijn,  'purper,  en  eindigde  
 in  foodachtig  graaüw  en bruin.  Zoo  dikwijls  
 ’er  eene  nieuwe  losbarlting was,  wierden  de  velden  
 en  bosfchen  vuurkleurig  en  purper,  naar  hunnen  af-  
 ftand  en  naar  zij  naar het licht  van den berg  gekeerd  
 waren. 
 VI.  D e e l . Bb Bladz.