
 
		Behalven  deeze  groote  Godheden,  hebben  zij  nog  
 eene  aanzienlijke menigte  van  geringer’  rang.  Enige  
 derzelve  zonden  kwaad  doen  en  de menlchen in den  
 flaap  dooden.  Peeze  worden  bij  de  voornaamftg  
 Mar a h ,  of  fteenen  gedenktekenen  ,  openlijk  door  
 den  Tahowa -Rohaï  of Hoogenpriefter  van het  eiland  
 Vereerd,  Tot  de  weldaadige  Goden  rigt.men  gebe-f  
 den,  die  egter  niet  luid  uitgefprooken,  maar  enkel  
 door  de  beweeging  der  lippen  aangeduid  worden,  
 pe Priefter ziet daarbij  naar den hemel, en men gelooft  
 dat  de  Eatua  of God  tot  hem  afdaalt  en  met  hem  
 (preekt,  maar  voor  het volk  onzigtbaar blijft,  en  al»  
 leen  door  den  priefter  gehoord  en  verftaan wordt. 
 De  offerhanden ,  welke  den  Goden  op deeze  eilan»  
 den toegebragt  worden,  beftaan in gaar gemaakte  var»  
 kens  en  hoenderen  ,  gelijk  ook  allerhanden  foorten  
 van  andere  levensmiddelen.  De  mindere,  maar  bij»  
 zonder  de  booze  geeften,  worden  enkel  door  eene  
 foortvan  fisfen  vereerd.  Enige  derzelve  zouden'des  
 nachts  in  de  huizen koomen* en  de ipwooneren om het  
 leven  brengen;  andere  zouden  zig op een zeker  onbe»  
 woond  eiland,  Mannua  genaamd ,  in  de  gedaante  
 yan fterke groote mannen,  ophouden,  fchriklijkevuu»  
 rige  oogen hebben,  en elk een§n  verflinden,  die  te na  
 aan  hunne  kusten kpomt,  Depze  fabel  fchijnt onder»  
 tusfchen  niet  zoo  zeer  tot  hunne  góden-leer  te  be»  
 hooren,  dan  wel  eene  zinfpeeling  op  menfchen»  
 eeters  te  zijn,  die  er,‘  gelijk  ik  reeds  heb  aan ge»  
 merkt,  voor  onheugchlijke  tijden,  op  deeze  ejlan»  
 den  zullen  geweest  zijn. 
 Daar zijn  ook  zekere  planten,  die  den  Goden  ge»  
 wijd  zijn.  Daarom  vindt  .men,  bij  voorbeeld,  de  
 knods-boom  of  Cafuar\n-a,  de  kokos-palm  en  de  
 pifang  dikwijls  bij  de  Marais  geplant,'  Mep  vind$. 
 ’ef 
 *er ook  eene foort van Crateva, den  peper- wortel,  de  
 Popelierbladige  Hibhcus,  de  Limiet-ftruik  of Dra-  
 oena terminalh  en den Schoon-blad-boom,  of Calo-  
 phyllum, en zij worden alle als vriendfchaps- en vredestekenen  
 aangezien.  Verfcheiden  vogelen,  namelijk  
 eene  foort  van  Reiger,  de  Ijs-vogel  en de Koekkoek  
 zijn  insgelijks  aan  de  Godheid gewijd.  Ik heb egter  
 reeds  aangemerkt  dat  zij  niet  van  alle  mepfchen  op  
 gelijke  wijze  vereerd  worden;  ook  ftaat  aantemer-  
 ken  dat  op  onderfcheiden  eilanden  ook  verfchUlen-  
 de  foorten  van  vogelen  voor  heilig  gehouden  worden. 
 De  Priefters  houden  hun  arapt geduurende lam  geheel  
 leven  en  hunne  waerdigheid  is erffijk.  De Hoo-  
 gepriefter  van  eik  eiland  is  altijd  een  Aree ^  en  heeft  
 den  eerften  rang  na  den  Koning.  Zij  worden bij  ge-  
 wigtige  gelegenheden  geraadpleegd,  hebben  rijklijk  
 aandeel  aan  al  het  beste  van  het  land,  in  kort,  zij  
 hebben  middelen  gevonden  om  zig  noodzaaklijk  te  
 maaken.  Behalven de Priefters,  zijn  ’er nog in elk «ö-  
 ftriót  een  of  meer  leeraars  of  Tata-o-rerro  (gelijk  
 TOOTAVAÏ  was)  die  zig  op  de  Theogonie en  Cos-  
 mogonie verftaan  en  op  zekere  tijdeii  ’er het  volk onderwijs  
 in  geeven.  Deeze  lieden  zorgen  ook dat  dë  
 nationaale kundigheden  in de Aardrijkskunde,  Sterrenkunde  
 en  Tijdrekening  niet veriooren  gaan.  Zij  tellen  
 veertien  maanden  en  noemen  die  als  volgt;  
 J.  O - Poróro - Mooa.  2.  O - Pororo - Mooree.  3.  Moo-  
 rehah.  4.  Oohee-Eiya.  5. O-Whïrre-Amma.  6.  Taó-  
 wa,  7. O-Whirre-Erre-Erre.  8. O-Tèarresi  (/.  O te-  
 Tat.  10.  Warehoo.  ïfc.  Wakou.  12.  Pipitree.  13.  E-  
 Oonoonoo.  14.  Oomannoo.  De  eerfte  zeven  maanden  
 te zaaraen genoomen  heeteu Ocreo  of de Brood-vrttgt-  
 -  Y  4  tijd;