vrugten en visfchen opzetten , 'en nodigde ons tot
eeten. Schoon wij pas gegeeten hadden, wilden wij
cgter zijne nodiging niet geheel afflaan; wij zetteden
ons dan aan, en vonden de fpijzen zeer goed. Waarlijk!
wij hadden dit heerlijk-land wel bij Mahomets
paradijs-mogen Vergelijken, daar de lust zelfs na
het genot nog onverzadigd blijft! Onze gastheer gaf
ons een keuken-mes en ftókjens van bamboes , in
plaats van vorken; hij fiieed ons voor, en zeide dat
hij op de Engelfche wijze eeten wilde; in plaats dan
van de broodvrugt, bij eene hand vol te gelijk , in den
mond te fteeken , fnëëd hij dezelve ordentelijk in
kleine ilukjens , en at beurtelings een ft uk jen viscli
en êenebeeté broodvrugt. De goede vrouw fpijsde na
ons, en, volgens de onveranderlijke gewoonte van het
land, op enigen afftand van ons. Na dat wij met
hun eene wandeling gedaan hadden, huurden wij
voor een fpijkér eene dubbelde kano ,i ën keerden weder
naar boord.
■ Toen wij aan het fchip kwamen , waren Doctor
spARMAw en mijn vader niet lang van eene kruidkundige
rèize op de bergen aan boord: tcruggekoo-
menl K Zij hiadden den eerften nacht -Wp de tweede
rei bergen doórgebragt in een klein liutjen, het
eenigfte dat ’et ftond, en dat döov eehen man , zijne
vrouw1 ar drié-kindereh-bewoond Wiefd. - Verder
de beFgen opklimmende'* was'de weg hoe lauger hoe
ihoeijelijker :gewórden; dikwerf hadden. 'zipa>ver een
fmal voëtpad Jover hooge bergen- moeteii gaan ,' daar
zij ter wederzijde ftëilé afgrötiden hadden ; terwijl
de glibberigheid van den grond, door den regen van
den voorigeti dag veroorzaakt, zulks dubbel gevaarlijk
maakte. Op eerte tamelijk groote höögte van
den berg hadden zij alles, zelfs de fteilfte plaatfen,
met
met dikke ftruiken en hooge bosfehen bewasfen gevonden.
Maar de ontoeganglijkfte wegen lieten zij
niet onbezogt , uit begeerte van nieuwe planten te
ontdekken , tot het plotslijk ontmoeten van -eene ftei-
le fpleet hen terug fchrikte. Nog hooger op ftrekte
zig het bosch’ over den gantfehen berg uit,- en daar
vonden- zij' planten * die hun' in'de -laagé ftreekèh7néb-
gens voorgekoomen waren. Tóén zij de naaste bergkruin
beklommen hadden, ’ vondèn zij eene-’ zeef'gevaarlijke
plaats ;Voor zig , en' daar begon éen ftërke'
regen të Wallenf zij legden -tóen'hunne ;zwaafë; Zakken
met planten ën levensmiddelen af , en bereikten
dé hobgfte fpifs ; van daar kónden zij Huaheine, Te-
thuroa eri Tabbuamanoo ontdekken1. In hét af klimmen
Had mijn vä&ef het ongeluk,' óp eene fotsaclitige
plaats , te vallen en een bèeh zbo pijnlijk te bez^éfén ,
dat hij bijna in onmacht" geraakt ware. ’ Ondertuè-
feheu bekwam'hij wederën bëjpröëfde verder1 të i;gäan
wanneer hij bevond dat zijh'bezeerd been" het mm-'
ftê kwaad'was-,‘ en dat hij bij Beezen val^-helaas!'
nóg een ander ongemak 'bekoomen had' ,'- Waarvóór
hij nog tot den huidigen dag een band moét draagen.
In het affteigen leunde hij op zijnen getrouwen gids"
t Ah e a , en ten vier -miren ha den middag vfsifeh Zij
alle weder aan boord. De hoogfte bergen beftonden
haar hun zeggen ,: uit eene zeef vaste en taaie kleï-
aardeV' in welke de planten zeef 'weUtiefèrfj' eh in
de bosfcheii Zijn allerhandeh onbekende foorten van
boomen en kruiden. Onder de Iaatfte zogfen zij de
Wë’lriékende plant tè vinden, met welke Be Tahitiefs de
olie welriekende maaken. t a h e a wees hun ook
verfcheiden géwasfen, van welke zij zig tot dat einde
bediënen * maar de kostbaarfte kon of wilde hij
hen niet leeren kennen, om a i heeft mij gezegd dat
op