
 
		van  Jfaallicolo  te  zijn,  en  fpraken  eene  andere  
 taal.  Zij  zijn  van  eene  middelbaare  grootte,  goed  
 yan  gedaante,  en  hebben  tamelijke  goede wezenstrekken. 
   Hunne  kleur is zeer  donker,  en  zij  be-  
 fchilderen  hunne  aangezigten,  fommige  met  
 zwart,  andere met  rood  blanketfel.  Hun  hair  is  
 zeer  gekruld  en gekroesd  en  enigzints  wollig.  Ik  
 zag enige vrouwen,  en zij kwamen mij  lelijk voor;  
 zij  droegen  eene  foort  van  rok,  van  palm * bladeren, 
   of diergelijk  gewas  gemaakt;  maar  de mannen  
 waren,  gelijk  die  van  Mallicolo,  om  Zoo  te  
 fpreeken,  naakt,  hebbende  alleenlijk  den  gordel  
 om  den  middel,  en  het  Huk  doek  of  blad,  dat  
 als  een  fchortjen  gebruikt wierd.  Ik  zag  bij  dit  
 volk  geene  kanos,  en  nérgens  aan  dit  eiland.  Zij  
 woonen  in  huizen  met  bladeren  gedekt,  en  hunne  
 plantagieen  zijn  op  regte  lijnen  aangelegd  ,  en  
 rondom  omtuind. 
 Ten  twee  uuren  na  den  middag  waren  wij  de  
 baai  uit,  leefden  den  hoek  om,  en Huurden Z. Z.  
 O.  naar  het  Zuid-eind  vart  het  eiland  met  een  
 fraai  koeltjen  uit het N.  W .,  Aan  de  Z.  W.  zijde  
 van  de  Kaap  is  eene  vrij  diepe  baai,  die  agter  
 aan  de  N.  W.  zijde  fchijnt  in  te  loopen;  dér-  
 zelver  llranden  zijn  laag,  en  de  aangrenzende  landen  
 fcheenen  zeer  vrugtbaar.  Zij  ligt  bloot  voor  
 de  Z.  O.  winden,  waarom,  zoo  lang  men  beter  
 weet,  de  N. W.  baai  de  voorkeur verdient,  om-:  
 dat  zij  befchut  i§  tegens;  de  heeyfchende  winden, 
 en 
 jende  winden,  voor  welke  zij  open  ligt,  namelijk  
 van  N.  W.  ten  N .to t   O.  ten  N . ,  waaien  
 zelden  flerk.  Het voorgebergte  of Schier  eiland,  
 dat.  deeze  twee  baaien  van  elkanderen  fcheidt,  
 noemde  ik  Verraaders  Kaap  ,  naar  het  verraaderlijk  
 gedrag  van  deszelfs  bewooneren.  Het  i§  
 de  N.  O.  punt  van  het  eiland,  liggende  op  iS°  
 43,'  Zuider Breedte,  en op  ific)02.8'  Ooster  Lengte, 
   en  eindigt  in  eenen  berg  als  een  zadel,  die  
 hoog  genoeg  is  om  van  zestien  of agttien  mijlen  
 afftands  gezien  te  kunnen  worden.  Naar  maate  
 wij  Z.  Z.  O.  vorderden  ,  begon  het  nieuw  eiland, 
   dat  wij  te  vooren  ontdekt  hadden,  zig  te  
 yertoonen  boven  de  Z.  O.  punt  van  dat,  bij  
 hetwelk  wij  ons  bevonden,  in  het  Z.  f  O.  op  
 den  afftand  van  tien  of  twaalf  mijlen.  Na  dit  
 yerlaatqn  te  hebben ,  Huurden  wij  naar  het  Oost-  
 einde  van  het  ander  ,  op  een  groot  licht,  dat  
 wij  op  hetzelve  befpeurden,  afzeilende. 
 Des  anderen  daags  'S morgens  ,  ten  één  uur,  
 digt  naar  den wal  geraakende,  wendden  wij,  en  
 befteedden  het  overige  van  den  nacht  met  korre  
 gangen  te  doen.  Met  het  opgaan  van  de  zon  
 pntwaarden  wij  een  hoog  eiland,  plat  als  een  
 tafel,  in  het  O.  ten  Z . ,  en  een  klein laag  eiland  
 in  het  N.  N.  O.  dat  wij  in  den  nacht  voorbij  
 gezeild  waren  ,  zonder  het  te  befpeuren.  Verraaders  
 Kaap  was  nog  in  het  gezigt,  vijfden  
 ïijijlen  N.  20°  \y.  van  ons,  en  hqt  eiland  in  het 
 Z.  zig