verfchaft dit ook oneindig veel nut. Behalven visch en
vrugten hebben zij ook honden, die met visch gevoederd
en door hen gegeeten worden. Aldus heeft de
Voorzienigheid deeze onbeduidende fmalle klippen
voor een geheel geflacht van menfchen van levensmiddelen
voorzien! De oorfprong deezer koraal-klippen
geeft ons een niet minder bewonderenswaerdig voorbeeld
van de almacht des Scheppers, die zoo dikwijls
groote , gewigtige oogmerken door de geringde
middelen weet te bereiken.- De koraal is , gelijk bekkend
is, het gewrogt van eenen kleinen worm, die
zijn huis, naar maate hij zelf groeit, vergroot, Naauw-
lijks befpeurt men aan dit diertjen gevoeligheid ge-
noeg om het in dit opzigt van eene plant te kunnen
onderfcheiden, Egter bouwt het, uit de onpeilbaar-
fte diepte der zee eene klip tot aan de oppervlakte
op, om ontelbaaren menfchen eenen vasten grond
tot woonplaats te verfchaffen! Het aantal der platte
eilanden , die op deeze wijze ontdaan zijn, is
zeer aanmerklijk, en wij kennen die op verre na nog
niet alle. In de Zuid-zee zijn de meeste tusfchen de
keerkringen, maar men treft die voornamelijk oostwaarts
van de Sociëteit - Eilanden, in eene dreek van
tien tot vijftien graaden aan. q u i r o s , s c h o u t
e n , R O G G E V E E N , B Y R O N , W A L L I S , C A R -
t e r e t , b o u g a i n v i l l e en c o o k hebben ieder
verfcheiden diergelijke nieuwe eilanden ontdekt, en ,
dat het merkwaerdigst is , zij hebben die twee honderd
en vijftig zee-mijlen oostwaarts van Ötahiti met
menfchen bewoond gevonden. Het is zeer waar-
fchijnlijk dat men in het vervolg, in alle nieuwe koer-
fen tusfchen i6° en 17° Zuider Breedte, nog andere
wan dezelfde foort zal ontdekken; doch tot hier toe
js nog geemzee-reiziger in deeze parallel , maar de Se»
cie*
deteit- Eilanden gedevend. Voor het overige zou het
ook wel een nader onderzoek verdienen waarom men
die zoo menigvuldig ten Oosten van de Sociëteit-Ei“
landen vindt, en bijzonder waarom zij daar eenen zoo
grooten Archipel uitmaaken, terwijl nien dezelve aan
deeze zijde, of ten Westen van de Sociëteit-Eilanden,
maar hier en daar aantreft? Daar ligt wel, verder
naai'het Westen., nog een andere Archipel van koraal-
klippen , namelijk de zoogenaamde Vrienden-Eilanden,
doch deeze zijn van de voorige in menige op-
zigten zeer onderfcheiden; want zij fchijnen niet alleen
ongelijk ouder te zijn, maar zijn meestendeels
ook van grooter omtrek, en hebben meer aarde, zoo
dat daar alle gewasfen geteeld worden, welke óp de
bergachtige eilanden gro.eijen,
Bladz. ao (3). Terwijl de Kapitein , Do flor
s p a r m a n , en mijn vader aan wal gongen , moest
dk aan boord blijven, want ik was nog zöo ziek en
zwak, dat ik naauwlijks Baan kon. Ik nam onder-
tusfchen het vermaak door de - kajuit -venlbrs handel
te'drijven, en bekwam op die wijze ten minften enige
nieuwe foortën van. visfchen, daar die heeren, integendeel,
bij hunne terugkomst, niets nieuws konden
toonen, o e d id e e , die met hun medegegaan was ,
kwam dien nacht niet weder aan boord. Hij had
terflond enige van zijne nabeflaanden aangetroffen,
voornamelijk eene zuster , t e - i - oa genaamd , die
eene van de fchoonffe vrouwen van het gajitfche eiland
, en met eenen grooten, aanzienlijken en voor-
naamen man van Raietea , nüna genoemd, gehuuwd
was. Zijn huis , dat door zijne ongewoone grootte
boven veele andere uitffak, Bond zeer digt bij onze
tenten, I Eer o ed id e e aan land gong, had hij zijne
ft S 4 Eu