
r
liiNi
ik deze Leergierigheid jn U voortduren! Ja,,
niijn lieve Leerlingl er is nog veel voor Oils
onderzoek overig, dat niet minder ons over
de Werken van God zal opgetogen maken
en tot eene dankbare Verrukking leiden,
Gaan wij dan heden’ .weder buiten de Stad,
het Land zal önze Befpiegelingen en mijne
7 Ondervvijzingen begunftigen.
" V. Gij fchijnt het Land zeer te beminneii?
" A; Daar immers . be'vinden wij A n s 'rondom
■ in de vrije Natuur, in de AVerken van
_God, en leggen- er; de kluisters af, die de
ijdelheid, de- praalmicht, de gemaaktheid en
de wispelturige mode der Stad oplegt. Op
bet Land ademen wij eene gezonde’ ’Lucht,
zijn wij ongedwongen in onze genietingen,
ongeftoord in onze'■ bezigheden * en ernftige
overdenkingen. Het Land biedt den Natuur-
onderzoeker den ruimften voorraad aan,len
levert de fchoonfte Gezigten op tot zoets
Verrukkingen. •
V . Zullen wij dan nu in 4 deze onze
wandeling het oog op de Dieren Ilaan?
A , Ja, doch vooraf dien ik U iets van'
de Orde te zeggen, die'in de Werken van
God zich opdoet.
V . . En die is?
A , Men brengt alle de gefchapene Werken
MU God op dezen Aardbol tot drie Tioofddeedeelen,
welke m e n n o e m t , alS be-
lioorende of tot de Dieren, of tot d& Plan-
ten , of tot de Delfftofen.
. V. Zult gij deze Verdeeling niet volgen?
A. Deze en de verdete ’' Rangfchikkingen
van de Aardfche Ligchamen geven 'een groot
gemak voor een geregeld en aaneengefchakeld
Onderwijs; doch daar wij ,meer vfij in onze
befchouwingen willen zijn , kunnen wij geene
Rangfchikking volgen, die de Natuuronder-
zoekers ontworpen hebben. '
V. ' Hebben de Natuuronderzoekers zulk
eene Verdeeling ontworpen?
. A .. Daar wij zien, dat alles met de zachtfte
overgangen voortgaat, . en -als in een fmelt,
kan men niet zeggen, dat de Schepper zulk
eene Rangfchikking gevolgd hebbe met drie
geheel van elkander verfchillende foorten;’
Dieren, Planten en Delffloffen voort te brengen
, maar Hij liet, als ’t ware, Delfftoffen
met den zachtften overgang in Planten, en
Planten in Dieren overgaan, zoo dat niet
flechts alles als fchakels in eene beten, maar
veel meer als masken in een net aan. elkander-
verbonden is cn op elkander volgt.
, V . Kunt gij mij hiervan niet eenige voorbeelden
opgeven?.
A. De. Zeewaaijers, de Zeekurk, de Spons
en algemeen dc Koralen zijn zoodanig gefteH,
dat zij de drie Rijken der Natuur in een
fmel-
I