
I’ i ' ''’'4
• H O N n .
hij zU mij helpen en XJ aanvliegen. Ik laat
mijn Inindfchoen. onder weg liggeil , en hem,
toonende , dat ik deze kiyijt b e n ,,zoekt hij,
en brengt hem, al ligt dezelve een half uut
ver van hier, met vreiigde niij wefer.. Ik
¿al hem iets, laat het zelfs vleesch :zijn,
ter bewaring geven , en niemand zal het
durven aanraken. Hij mag ergens beter,
dan bij mij, onthaald worden, echter zal hij
mij niet verlaten.
V . Zoo vele bemJnnelijke hoedanigheden in
Dier!
A . Voeg er bij zoo vele huttige, daar
toch de. Hond door leerzaamheid , door
getrouwheid, door waakzaamheld, en den
fcherpften reuk, ons zoo veel groote dienften
doet. De Mensch heeft den Hond afgerigt,
om door hem andere Dieren te beheerfchen of
te bemagtigen.- Zie de Hazewind met zijn
lang dun Ligchaam, vier hooge ranke poo-
ten , ' fpitfen bek, duime kop en lange ftaart,
hoe uitnemend is dit Dier voor den fnelften
loop: gefchikt! ijg fterke, manhafte en wel
afgerigte Befchutter fnelt bij den Vangst toe,
om het Wild tegen de verfcbeurende tanden'
der änderen te befchirmen, em het gäaf en
■ongefehonden in des Jägers handen te leveren.
V . De Huis- Patrijs- en ) Windhonden
litrdienen dan den hoogften lof.
A» Elke foort' heeft zijne verdienften! De
Ha-
H o N D, 187
Hazewind zal men wel voor de fraaifte,
doch geenszins voor de yriendelijkfte kunnen
houden ; terwijl : d® Herdershond wU niet
d o o r fchoonheid bekoort, doch misfchien alle
andere dopr ingefçhapene hoedanigheden overt
weft. . Z ie , bij gelegenheid , hoe hij den
kooiman ihelpt in het vangen yan Eendyo-.
g e ls ,: den Herder in het hoeden der Schapen,
¿en Jager, om het gefchoten Watergevogelte
rüt.het Water op te brengen.
,V . Wat verder? ■
- A . Grij moet miet vorderen, dat ik U glle
fte dienften, der Honden opfomme. De fterke,
■Honden : trekken kleine zwaar beladene wagendes,
kamen de, boter, of draaijen het
fpitX'in de, keuken. — Anderen zijn de gid-
fen der Blinden; — of bewaken onze huizen
en goederen , ,r- pf yermaken ons , dopr lief-
kozingen.
V . Gelijk de Schoothondjes der Jufferen!
A . Schoothondjes, gelijk aan opgepronk-
te Ledigloopérs,, doen niets, dan eten, drinken
en keffen, brengen niemand eenig voor-
,deel aan, en ftaan dus in wezenlijke waarde
.even ZOQ pnder den Herdershond, als de op-
. igeprqnkte Lediglooper, onder den: vlijtigen
Arbeider.
Y . Zult ■ gij niets van def tlondea leelijke
. hoedanigheden; zeggen?
A.; Z oö befchouwt gÿ toch, böop. ik ,
hun-
!CI
I