
-.V, . En de Wespen ? ' : : . »
A . Deze zijn v ln g , werkfaajp , ilont,
fel van fteek, fierlijk door gele ringen oia
’t L ijf, künftig X'in .arbeid. Doch hop vepl
verfchiilen in bijzonder n n t; yoor pns ’ deze
In ecten van de Bijen, daar zij ons geen
Was en Honig vergaderen, maar veelmeer,
bijzonder dp AVe^pefi, op pns fmakelijk Ooft
aanvalltn. ' *
• ¥j. Zie daar eene Spin in hgre web, ik
geloof zij zal ook onze aandacht verdienen!
fe A . Ten minfte trqk zij de aandacht van
den Wijzen al vroeg tot zieh, niet zoo zeer,
om dat.. eenige in der daipl met vertyonderlijk
fchoone ' kleuren pronken, . als wel om de
groote verfcheidenheid , verwonderiijke bp-
wrerktuiging , künftigen arbeid, en bijzoii-
Ácr¡ inßifici, ym dit Diergeilaqht. .Niet aj-
Jeen beeft er in klenr, daar fommige w it,
b o n t ,' rood, zwart, ruig zijn, de grootfte
.verfcheidenheid . plaats , maar ook in grootte ,
flaar deze van een fpeldenknop .tot die van
eene kindervnigt zieh uitftrekt. In Engp-
• land heeft men wel honderdenveertig foarten.
Algemeen hgbben de Spinnen acht Pooten,
de meefte opk acht .Oogen, aan den mond twee
Haken of Klaauwtjps, en aan den aarg Weef-
tepeltjeg. Zij zijn alle Roofdieren, en voeden
zieh niet alleen met andere Infecteg,
¡naar vallen ook elkpdgr onderling aan. y. Zeg
■y.’ Zeg mij, hoe zij hare Webbe niaken? "
A. ln een bijzonder darmvormig Ingewand
fcheidt zieh eene Ideverige . in "de lucht ver*
hardepde ftoffe af, welke „uit zes’ Wratten
pf Tepeltjes, die ieder wel duizend openhi»
gen hebben , in. zco veel Draden door het
Dier kan worden uitgetrokken. Deze uit?
getrokkene Draden rot «één; vereenigd en ergens
vast gemaakt hebbende, zoo "gaat de
Spin of ■ tot eene andere plaais over en maakí
dezelve. insgelijks caar \ast, of zij laat, gelijk
meestal • gebeurt, dezelve lo.svliegen, pp
dat hÿ zieh «ok elders ergens aanh.chtej en
zij alzoo eene brug krijge, waar over zij ge-
rust loopen kan. « Zij maakt dan vervolgens
verfeheiden Dràden v a s t e n - fcheert. eene
Web van eene ' bijzondere en voor elke foort'
onderfcheidene gedaante.
V. Hoe veel heeft niet de Spin dikwijls
aan dit haar zwak werk te herftellen, • daar
het door Weêr en Wind zoo ligtelijk befcha«
digd wordt ?
. A. Noem dit haar Net niet anders zwak,
dan in vergelijking van ander meer grover
.werk, maar verwonder U;. veel meer, dat
de Draad der Spin zoo fterk is bij eene fijnheid
, waardoor men negentig hebben moet
pm er eenen te krijgen zoo dik., als die van
den Zijdeworm. De gekrooiide Kruisfpin zú
'■ X 5 ■ ■ ft . ' ■■ . U ,-