
42, r e g e n .
boven elkàftdereri bevindeii; Doch bedénk
vooral, dat de Wolken, behalVe dat zìj zoo het
oog bekoren, en grootelijks medewerken ora
de gezigten der Natuur voor ons ichooner te
maken, van het uitgeftrektfte niit'zijn in eene
verkoelende ■ Schaduvv bij groote bitte te geven,
— den grond voor eene te fterke uit-
drooging te^ifewaren, — de bitte vandenDag
te matigen — in de Bronnen op de Bergen ,
en door deze de Beken. en Rivieren voort te
brengen, — en, -ora niet nieer op te noemén ,
in.den .Regen -te bereiden, God bindp de wa-
teren in zijne J o b XXVI. 8. Hebt
g ij . weten fchap van . der r wolken evenwigt
XXXVII. i6 ,‘ Ztngt den Heere bij beurte met
dankzegging : Pfalmzingt onzen God op d&
harpe. Die de hemelen met wolken bedekt,
die voor de aarde den regen bereidt, die ’i
gras op de bergen doet uitfpruiten, die het
vee zijn voeder geeft. P s . CXLVII. 7 — 9.
V . Ik ben voldaan. Zeg mij nog.. iets vaa
den Regen! , .1,
A . Daar het Water 800 malen zwaardef
i s , dan de Lucht, zoo moet hetzelve meef daft
800 malen uitgezet, en dus ligter gemaakt
worden, op dat het alzob in de Lucht mogi
kunnen opklimmen en als Wolken blijven
hangen. Die iiitzetting heeft nu voornamelijk
door de warmteftoffe plaats , terwijl in de
Wolken door de Electrieke Vloeiftoffe de Waterbeh
I
.V
- .f
•'viC
R E G E N .
belletjeS van -elkander afgehoiiden worden;
maar wanneer dan de warmte en de Electrier
ke Vloeiftoffe de Wai;erbelletjes der Wolken ver-
laat, zoo naderen dezen,elkanderen,' vereenigen
zieh' tot .Droppelen , en-vallen, dus, als nU
veel zwaarder geworden zijnde, dan de Lucht|
als Regen naar beneden.,, , f
V . Hoe veel Regen valt er wel : in eell
jaar ? ' ■ Xv, 7,,
A. Dit is naar de:; onderfchejdene: gefteld-
heid des Aardbols ^ zeer verlchillend. Omdat
hooge Bosfcheii en Bergen de Electrieke ftoffe
uit 'de - Wolken- afzuigen;". valt- op ztilke plaat-
zen de meeste Regen, gelijk o o k , hierom de
Beken en .Rivieren van de Bergen voortko-
men. : Er heerscht ook in . de algemeene ver-
fpreiding . van , den Regen , eene. verwonderlijk
wijze befdiikking , daar ,tocli de Regen de
Lucht zuivert, het AardrijkAreukt, de Rivieren
voortbrengt, en het Water der Zeeen door
den Regen even : zoo over den - Aardbol ver-
fpreid wofdt, , als het . door de. Rivieren tot
de Zeeen .wederkeert. Welk eene wijze inrigting
, welk eene wonderbare omloop dus!
Gij maakt de opgeploegde aarde dronken; gij
doet ze dajen in zijne voren ; gij - maakt- het
week door de droppelen, gij - zegent zijn uit'
P s . LXV. V. I I .
V. Ploe veel Regen -valt er jn . öns Vader»
land?' ;\
A . De
lili
i l i l
..:Sr