
i l l '
aié ¿eer gemeert en echter in iille deszelfs
ligchaämsleden ¡ weinig bekend iS. Zij heeft
länge dünne Spriétjes met 130 íeedjes, zeer’
heweeghare Zvveinpóoten, verwisfelt mede in
Öct'ober Van Huid , ' fchiet des Zomerä
bij eiRe volle of nieuwe Maan haré Kuit*
des haré vruchtbaarheid' ongelooflijk groot is ,
aást op andere Horen- en Schelpdiertjgs, die
de grootte van eenen Zandkorrel hebben', en
deszelfs odgen hebben eenige duizenden vier-
hoekige flacetten waardoor dit kleine en'
zwakke Diertje , dat voor düizend aanvallen
van Visfchen bloot ílaát, vroeg alies van
alie kanten kan zien. Zoo’ gij vervolgens d'e
fchoonkleurige hárige Zeemuis, met 32 Tepeltjes,
waaruit 3648 dikke ñevige borfteis
voortkomen, op welke het zich kan voort-
íjewegen , ziet;, of de Zeekwal, ' op onze
firanden aanfchouwt, waar mén ze voor een'
iiitwerpfef van de Zee zou aanzien, doch
dat eén week, feleiachtig Dier is , mgt een door-
fchijnénd Ligchaam , dat uit v^e Citkels
beftaat, door welke vele fpierVezelige DwarS-
ftreepen loopen, zult gij zeker de verfcheidenheid
;cn ■ wonderbare bewerktuiging vah
de Schepfelen Gods roemen.
, V . Zijn er meer zulke ?
A . Te veel, om flechts op te noemen.
Zoo zal ik 'U “de Zeeklit, Zeeappel, of Zee-
egel gebeten noemen, die een harde rondeboí
feok of .fchaar is , als „een Appel, onder plat,
, uitwendig , overal met , kleine Knobbeltjes be-
'z e t, . verdceld, in ■ tien gclijkzijdige Dric-
hoeken. Eene- fmalle Streep is . doorboord .
m e t kleine gaatjes zoo dat de Schaal vanf
het Dier met regelmatige openingen doorpiiktis, ~
uit welke deszelfs Snuitjes komen, waarmede' -
de- Zeeëgel ; zich ergens op kan vast zetteiß
Uit , de Knobbeltjes komen Stekels voort,
op welke, dit klootvormig Diertje zich voert-
rolt. Deszelfs , Mond zit onder, waar de
fteel , in . den " Appel zit. Gij kunt ligt dit
wonderbaar Schepfel te „zien krijgen,, en zult
dan alles ' naauwkeiiriger kunnen . onderzoeken,
Er zijn vele foorten van deze Dieren,
cn men. vindt verfteende,. Zeeappelen in den
grond, die men nög ' niet levende aangetrof-
fen , heeft, gelijk . zulks ook met vele andere
.■Verfteeningen het geval is. .
V i Waar liggen die verfteende Zeeappelen?
A . In vele oorden der Aarde. Ik kan
er U laten zien, die in vier plaatfen van
ons Vadea-land veifteend gevonden zijn ,
^op Wieringen , buiten Steenwijk en VolknliQ-
v e , in den Pietersberg bij Maastricht, die reeds
zoo vele. fchoone verfteeningen en overblijf.
feien der Aloudheid heeft opgcleverd, zoo
als gij uit dc voortrcfl'elljke Natuurlijke Hiftorie
van dezen Berg, en uit de daarbij gevoegdc
•Afbeeldingen, door b , f a u j a s s a i n t
FÖNT
i ;
mf
f •'fl
'/i'ii
¡ , I