
kerbruine kleur, en nlunten even g zoo uit
in onder- en kinderliefde, als zij doör ver-.
niel-' en, roofzncht en eenen Routen en ver*.'
Rindenden aard algemeen gevreesd zijn.
. V . .Waartoe dienen toeh deze Dieren?
A . De Schepper heeft zoo veel Schepfe-
len, als in zijne groöte huishouding beftaart
konden; gefchapen, om de vreugde des le-
Vens te genieten, zoo dat er geene ledige
ruimten zijn, bf eenige tafel zonder gasten
äangerigt isi '
V i Zulks zal dan ook teil opzigte der,
Muizen gelden?
A . Voorzeker; die aardige Diertjes, zoö-
vreesaehtig, vlug, Ilim en fcherp van ge-
hoof als fijn ván fmaak en reuk, fterk
vo'orttelende j vverpende eenige , reizen in het
jaar vijf öf zes jöngeri, die binnen weinig
dagen den kost gaan zoeken, künnen wel groote
fchade doen aan onze goederen, doch vinden
in Katten, Wezels, Uilen en bijzonder
öok in Ons zoo vele vijandeii, dat eene té
groote vernlenigvuldiging daardoor yoorgeko-
inen wordt.
V . Laat ons nu ter befchouwing van,,
ändere Dieren naar buiten gaan,
Ai Wij kunnen dit doen Zie hieb
eene fchoone Weide, en op dezelve ver*
reheiden onzer andere Dieren»
d V / Welk .is in uw oog het fchoonfte ■
van alle onze Dieren?
A. 'Daarvoor- hond ik het fterke, vlagge,
fiere Paard , ’t welk de ÖQSterfcbe Dichtkunde
zoo fchoon befchrljfu
„ Hebt gij aan V eiel Paari zijn> fiercn maed gegeven t
" lieht gij zijn hals zeo trots met manen opgefierd ?
ieert gij het vlug ', gelijk de jhelle'fprinkhaan, fpringen^
■ Terwijl zijnßuiven, zòo voiprachts,ontzemng haart t
’’■tGraaft met den voet den gronä, <t isdartel op zijhkrachteni
'■ - *t Stapt onvervaard in ’ t veM den Krijgsmante gemoet;
9 Belacht wat vreeslijk is, en w e e t n i e t van verfchrikken ,
Voor ’i zwaaijen van. het zwaard deinst
Ai taten t e g e n rhem .dervijands.pijlenkaker; ;
rll dreigt hem glinfterend de. .vij.andl.ij.ke lans.
V Stampt Irksfcbendopdengrond,op ’t klinken der trgmpet-
Het weigert flil te ßddn. — 7 . ..
llet hinnikt op ’t gelu-id ; het riekt den. ßrijd van verre.
: Daar zieh d e s . Vemeersße.m en krijgstoon hooren laut.
|0B XXXIX-Ts-r-aBi Ziet gij niet in deze
fchoone befchrijvmg Mt moedige -Arabifche
Paard, tot den oorlog uitgerust? het trappelt
QP den; grond; gij hoort het fnuiven
van wegen deszelfs moed; gij ziet het met
.opgeftekene ooren, en glinfterende oogen.
v.. Het moedige .Arabifche Paard?
A . De Dichter'woonde in dieoorden, en
•zag zulke Paarden, die voor de.fchoonfte
Van allen gehouden worden : want, het Ras
idezeit Diete»...verfchiit onderling,
der