
Kh v e l . E â ÜW.
îièt Vöorjaar en in den Herist dikwijls plahty
. heeft, waniîeer de Waterdeeltjes, die van den
grond opklimmen in de Benedenlucht blijvert
hangen, of die der Bovenlucht laag neerdalen ^
en dus als Wolken over de Aarde zweven;
V . Waarvoor heb ik de Dauw te houden?
Ä. Voor een neerilag van de onopgeloste
Waterdeelen in de Benedenlucht; want Wanneer
bij het ondergifan der Zon de Lucht ver-
koelt, kan zij het opgenomene Water niet be-
houden, maar dit valt als dan neer, en zet.
zich aan de Ligchamen in fijne Droppelen aan.
Dfiar de Planten zelve ook rykelijk uitiva-
fernen, moet gij alle vochtigheid, die op de
Gewasfen gezien wordt, niet voor Dauw uit
de Lucht verklären.
V . Welk nut heb ik van den Dauw te
kennen ?
A . Een weinig opmerking zal U geieerd
hebben, hoe, zeer de Dauw, bij aanhoudende
droogte, de Gewasfen verkwikt, zoo dat.men
veilig zeggen mag, dat het gemis van Dauw,
bij langdürige droogte, de Gewasfen verkwij-
nen doet. Daarom - onthouden zieh de hemelen
over u , dat er geene dauw is, en het
land onthoudt zijne vruchten. H a g g . I. lo.
Dus befchouwde men in aloude tijden zuUes
als eene ftraf. ' . .
V . Kunt gij mij ook iets van den Eo-
pigdauw zeggen?
A . De«
M E E L D A U W . RÎJM; '
A. Deze is waarfchijnlijk eene, vetté of
Olieachtige uitwafemipg der Gewasfen , ..\vaari '
op zich, ZOO zij niét fpoedigXdoor Regen
wordt afgefpoeld, eene menigte ällerkleinile-Inis.
fectjes zetten^ zoo dat de bladen . daardoor
geheel wit zijn, en alsdan noemt men dk
Meeldauw. •
V . Is de . Rijm aan de Sneeuw niet zeer
, A. Gij hebt de Rijm meer te houden voor
vaste ijsdeeltjes, die zich in de Benedenlucht
vormen, daar de iiit de Wolken afdalenda
Sneeuw ■ zachtef, wolliger : holler is. Eene
Teekening der Rljmliguren, zoo als ik dezelve
te Edam heb gezien. iS' te fraai om ze D
thans te onthouden. Onder deze twintig veri
fchillende gedaanten (pL III.) . heb _ ik den
Rijm, in verfeheiden 'Winters, aldaar ziefli
vallen. Gij zult zeker wel gezien hebben, dat
de Rijm^ of IJzel, zich aamdeftakken der Boomen,
in de gednantp„ yali ..millioenen ftekelige "
Dorenen, zet, het welk wei ccn. zeer keurig
gezigt oplevert^ maar ook dikwijls de takken
der Boomen doet afbreken, omdat zij te zwaat
met Ijs-beladen zijn.
V . Lieb ik nog meer Luchtverfehijnfeleii
te Rennen?
A. Er is een Verfchijnfel het welk me«
op het ■ Water het, opdoemen der zee, en-1«
tUkn,, opiUlen . noemten.Eaarin bgs
E ftaatj
i l