
zieh ’4n Biezen'en digt Riet op, en leeft van
Visfchen, Eikvorfchen, en ander Gedierte» ')
, V , Wat: zie'ik daar ginds?
A . Eene Eendekooi, gelijk er in ons Vaderland
, naby de Zee ' en de Meren vele zijn,
en : in ; welke jäarly^^ zoo als ik U reeds
gezegd heb, duizenden wan Vogels■ gevangen
worden. Bij gelegenheid moet gij dezen'zierf;
daar ■ gij nimmer ' moet ualaten de Vadeiiaud-
fche fKunften niet ‘ alleen > door befehrijvingen
te leeren kennen, maar ook om de werkplaat-
fen : zelve te bezoeken, -’als- het weven van
Linnen, van Wollen en Zijden Stoffen, het
Fapiermaken , '/Lettergieten, - Boekdrukken ,
Zijde winden, -Orgels maken, Schepen bouwen,
Klokken en Kanon gieten'eit borcn,
Zout ■ koken Hout zagen Geld- munten
en vele andere meer. ' . . ■ : : :'9
,.„V. Hier toe fh-ekt zich grootelijks. mijne
weetlust uit. ,— - Doch zullen wij zoo een-
flags de Vogels verwisfelen met de Vaderlandfche
Kunften?
; : A . Neen, : na . in :• ’t ’ voor bij ■ gaan hieraan
gedacht te hebben, herinnere ik nog, dat in
het Bosch, dat wij verlaten hebben, zijn
Mer e h , Alt men kan leeren fluiten, Ayte Ar j
t.xi Heutfneppenin dat Mt&x. Waterfneppen,
«Ile Trekvogels, die ans. tot een heerlijk gebraad
verftrekken. ■— :D.aar ziet gij Ture-
ßtren, moedige 'Kemphanen, . Storren, Kievi-
fe’-- ' ten.
H n f Wfelker Eijeren zoo.' zeer bemind' woi-
den. ■’ / ■ ' ■ ' ■ »- ■■
V . Waartoe ZOO vele Vogelén? fe
, A . Alle deze doen ons ' dubbele 'dienften,
daar zij ons of zelve, of door hunne'Eye-
ren, of door beide tevens tot fmakelijk voedfei
ve-rftrekken, en gelijkelijk onze läge Wel«.
den van veel öngedierte bevrijden. Hoe yeel
vrolijkheid brengen tevens algemeen 'de, Voge-
-len; niet, aan, hoe zeer bekoren zij niet her
oog door hunne fchoone en zoo verfchillende
Kleuren ;'! zie »eens bet, IJsVogeltje'-femet -zijne
gloeijende " Veren ; den Papegaai Í hierin even-
arende! »:Nu, eens verlustigt ons -de -hoog
klimmende Leeuwrik door . zijn gezang, en
verkondigt ons ; de^ Leute, dan weder , doen
ons ’ deze “ en andere dan -rijken . overvloed van
voedfei bewonderen, dat de /Schepper, ons
heeft willen aaubieden. /
V . Zijn er ook nog 'andete-'-VogeleU';
waarvan gij mij iets te zeggen hebt? : ' - '
. A. De Zwaluw waarvan - men ' eenige
foorten heeft, verdient ook uwe 'opmerking.
Huiszwahnv m&tút bij ons'aan’ de huizen;
de ■/SíemM-teH’ is kleiner,; dan de eerfte;
de ^trandzwaluw is, nog - kleiner, en de
- Gierzwaluw gaat nooit o p d en grond zitteif.
Gij kent hunne vledderende vlugt- en fchielykc
wendingen, in welke.zij de Vliegjes vangeii'
Q 5 - en