
Í..ÍÜ
E L F D E
ZAM'E"NSPR:A
• • - ‘ ■ fefe-'..v
0 V E R I ) E
EIGENSCHAPPEN d e r VISSCHEN.
Wateren, bewoond. Maakfel der Visfchen.
Gehoor. Smaaki " ' Reuk. Spraak. Gevoel.
Tanden. Kieuwen. Ademhaling. Schob-,
hen. Vinnen. Klimmen en dalen in
het Water. Zwemmen. Vruchthaar-
heid. Onderhouding. Trekken
en blijven.
V r ä a g . l ^ o g nadenkende over " het
geen gij mij gisteren van de Vogelen gezegd
hebt, zie ik , hier het oog op uwen, Vijver
hebbende, met groot vermaak de fpelende
Vischjes! '
A n t w o o r d . Herinnert gij mij aan de
Waterbewonerea, nu wij de Luchtbewoners
hebben gadegeflagen, om met U over deze
te fpreken ? — Welaan, laat ons iiaar den
Vijver gaan; gaarne wil ik U even zoo
veel merkwaardigs van de Visfchen zeggen,
als i k . zulks van de Vogelen getracht heb
te doen,
V.Uwc
WA T E R B EWONER S i rg?
V . Uwe onderrigtingen zullen mij hoögst
aangenaam zijn» — Reeds dit fchoon gezigt,
in de opene Natuur, verrukt mij! In het
Water moeten dan de Visfchen leven?
A. Die Hoofdftoffe* die voor ons en alle
Landdieren doodelijk i s , is even zoo de ver-
fllijiblaats van de meeste Schepfelen dezes
Aardbols, als zij pp denzelven de grootile
uitgebreidheid beflaat. Vervult de wateren,,
(G e n e s . 'L 22.) fprak de Schepper in den
' beginne, toe derzelyer Bewoners, en wij zien
volgens dit bevel , de zoete en zoute Wn-
teren van Visfchen, Infecten en Wormen
wemelen!
V . En welk een groot Verfehil is ef
njet tuHehen, dez© en .dg .Landdieren en Vo*
gelen!
A. Een groot Verfehil voorzeker, "ge*
lijk zulks voor de verfehillende Hoofdftof*
fe, welke zij bewonen, allezins noodig-is;
’ De Dieren, welke wij tot nog toe be*
fchouwd hebben, hebben warm bloed, doch
dat van de Visfchen is koud, „of weinig
warmer -dan het Water, waarin zij leven*
en zij zijn veel meer met vet doordrongen,
dan de andere Dieren, zoo dat het koude
Water voor hun het gefchiktile is ; en daar
hier ' de verandering van Warmtegeileldheid
iiiet zoo groOt is , als in den Dampkring,
- ta de befenderen der Visfchen niet zoo in
' R hard's
I 1
if:
í | í
f- :
i:
fo
it & fei
l ;