
524 N Ü T DERi NÄTUÜRBESCHOUW.
doen, of zieh op derzelver■ deiigdelijkheid
sdurven' verlaten.
’7 V , ¡Is deze 'de laatfte 1 Regel?
" A. De V negende • er nog bij: \S/y
Verfchijnfelen . o f . Waarnemingen moogt gij
wel .gisfen: o f ver onderfielUngen aannemen,
Joch nimmer deze als vaste Waarheden voor-
dragen, tiierdoor .wordt © dikwijls den Weg
t o t , de regte kennis, tot de ware oorzaak'
»gebaand. :» ■ . ■ ■ - / xcgy
V , Zal hier een tiende Regel bijkomen?
' A . Ja! H/ wat gij wilt waarnemen, moet
.met een goed oogmerk gefchieden, Hond al-
’iijd .de. eer van God en het nut voor U
zelven en voor anderen in het oog. Spoor
vooral de 'Wijsheid en Goedheid van God
in zijne Schepfelen n a , en leer de ftrekking
■ der bijzondere deelen , werkingen en verfchijn*
feien in Ae Natuur kennen: want het doel-
• matigc, dat gij alomme ontdekt, zal U fteeds
■ met verrukking aan de Wijsheid en Liefde
.'des Scheppers doen denken.
V. Zijn deze tien Regelen, bij uw On- '
derwijs gevoegd, nu genoeg ?
A. Voor dit maal genoeg! ■— Alles bij
■een genomen baant den weg om de onkunde
-te- verdrijven;: overal nuttige Aanmerkingen
"te kunnen maken; om- voordeel aan de Va-
■ deilanifche -Kunften, Fabrieken en de We-
"tenfchappep .aan te brengen; om . alle hijgg«
I0«.
N ÜT .xERmTUUR B E SGH O UW .. SM
loovigheid , te ; weren ;■ ons gevoelig voor het;
fchoone te maken,, en vooral om, ons te v e i v
'helfen tpt :»de-..kennis des Allerhoogften, Hem,
te verheerlijken,, en .naar zijne, lesfen .fteeds
te leven.
: V . Ik. wenschte dit laatfte-y.^door .uw, ge»
heek Onderwijs verfpreid, Jn .eene: korte, Schet^i
bijeen gevoegd te zien! ■; . - ,• ■ r
A . ,Zijt gij dan nu gerukt-uit, uwe vorig®
onopmerkzaamheid en onkunde ,■ omtrent dg
Schepping, zult gij „er .dan nm dagelijks hef
pog op kunnen flaan, zonder;gen ftiehtend
genoegen ? zpnder aan den, Hecrlijken Maker
des, Heelals te denken? Zult gij-overaly
in het allerkleinfte zoó;wel, als.in het ailer-^
grootfte, Almagt, ; AVijsheid„.,en .Goedheid
kunnen vinden, zonder grootfche gevoelens
en , verhevene ". denkbeeldeit,van. ,u.wen Schepper
te vormen? ; Zal dit Ü. niet . tot . eem heilig
leven in ; het oog yan fezulk een Wezen op-
Weklten? — Zult gij dan immer eenige
onyolkomenheden, als eene,, pariijdige liefde ,
.wraakzncht, toorn, aan. den ,Vader der Barnv
hartigheid en der Geregtigheld kunnen toe-
fchrijveu? — . Zult glj aan eene alles beftie-
rende Voorzienigheid .kunnen„twijfelen, wanneer
gij ,de, altijd voortduiynde , Evenredigheid,
en Doelinatigheid in alles op merkt ? —
Eult gij, eenige bijgelooyige. vfges bij deze ea
gene Natuuryerfchijufelen, kunneii. hebben ?, —«
Zui?
I'l 1
'li t
:f»r