
|6a MENIGT. SCHOONH, en N UT TIG IL
zijnde, had ik gaarne, dat gij mij verder
qwr/de Planten onderhield, als waarover.
U nog zoo veel te vragen heb ?
4NTW00RD, , Vraag, zoo veel gij w ilt,
ik zal niet ophouden U tg onderwijzen, zoo
lang gij maar wilt leeren,
V , Jk weet niet, de Planten aanziende,
of ik. raij meer over derzelver Verfcheidenheid.
en Fraaiheid, dan over derzelver Nnttig-
heid verwonderen moet, " , '
A , Zeker zijn deze drie zaken “even zeer .
te bewonderen., Meer dan vijfentwintig duizend
foorten van Planten kent men reeds, en dage?
lijks worden e r ‘ nieuwe ontdekt, zoo dat het
getal van foorten wel vier of vijfinaal zoo
groot gehouden mag worden. Jn ons Vader?
land .alleen heeft ons de beroemde D e g o r ?
TER, meef d,an twaalf honderd verfchillende.
Gewasfen doen kennen. Eene menigte dient
of tor Spijze voor den Mensch, of yoor an->
dere D k ijn , of ftrekken voor ops jot een
bijzonder' gebruik, als tot Kleeding, Vgrw?
ftoffen, enz, De meeste groeijen op den
Grond, .andere in het Water, op den bodem
der Z.ee, fte r 'R iv ie ren o p onde Muren, op
Boomen; alle verfchiilen van elkander, en
de onderfcheidene deelen van dezelfde Plant
■hebben dikwijls zeer' verfchillende en ?eer oii-
derfcheidene eigenfchappen.
V, Van waar komt de verfchillende Smáal?
de'r Planten? ' , A* Evei?
IIYil-LY=
e e n d e k r o o s , f l a p ,
Aj gefijk ''flp andere verfcheidenheid
pntfla^ri onderfcheidene, he-
- Wcrktuiglng : d»r Planten en het onderfcheiden
ppnemen en bewerken van voedfeldeelen, ¿op
als jk JJ ip ...ons yoprgaand gefprek gelegd
ijeb, '
V , Waartoe die verfebeidenheid van Spiaak?
, A , Hoe kunt glj zulks vragen, daar er 13
■fle zegenrijkfte ftrekking elken dag van blijker?
moet: inimers daardoor zpeken onderfcheidene
Dieren verfehillende Planten en vallen niet alle
- pp eene .foort, daar elke Dierfoort naar
haren fmaak zoekt en vindt; en welke genoegens
wprden hier ujt yoor ons niet geboren,
daar wij er zoq veel onderfcheiden fma?
kelijk voedfei door verkrijgen !
y . Gij hebt opk van Planten in de Rivieren
gefproken ?
A. Het Eendekroos ziet gij fchier,alomme
jn den Zomer onze ftilftaande Wateren bedek?
ken, fpreidende zijne worteltjes in dezelve
pit, en zijnde eene zeer gezochte kost yoor
fle Eenden. Qok vindt gij dc Flap op vele
plaatfen , van welke Plant men begonnen heeft
Vlas, Papier, Lemmetten, Knsfens, enz, te
maken, zpnder , d^t zulks echter eenigen ofl-
gang; Moll gehad. 'Doch onderzopk zelf onze
ftil ftaande Waterep en Rivieren, en gij ziils
pnderfcheidene Planten vinden, die of iiw opg
flpor fchqone Iftoem'en yermaken^ of tot nuti'll