
vilî ,V O 0 K R E D E ,
van hoogachting voor den oorfpronkelij-.
ken Schrijver en van eene zucht om tos
verheerlijking van den Groten Schepptf
door de uitbreiding van JSjMuurkennk
ßeeds werkzaam ie. zijn.
Eenrum den 24 van
Hooimaand 180p,
•; E E R S T . E v
¿ A M E N S P R A A i C
1 N L ß l £) -i N C l ' "
DnopUtteiidheiä omtrent öods wefkeft.
deelen der Öplettendheid. Fügt eh Eoor*
beeiden, vän Opmerking, D i PjatuUf
der dtp geh. Grootheid en
■ heid. Beßehdighiid eh ürde. Eeh-,
Vormigheid eh Ferfcheidenheid,
Schoonhtld en Folkomenheid. '
Onhekende dingen. Alks goedt.
CI
A A N S P R A A K i ' -
O i id e r allé de verfchillende kimdîgliedèn »
Welke gij, mijn lieve Leerling! moet zoekéii
te verkrijgen, is de kennis der Natuur eenfe
der pli'gtmarigfte, def ’ aari'gehaàmfte en der
nuttigfte; Gaarne zag ik dus, dat glj niet
met ZOO velen onküiidig bleeft van de grootö
werken van God, maar zoo'wel door het baek
-der Natuur als door dat der. Openbaring deii
.Onzienlijken mögt leeren kennen in alle die voK
A inaakts