
198 G É T A L DER KLEUREN.
te[^* YHoudt gy ook het Wit en Zwart vobìr
kleuren? / ;
A . Zulks zài veel af hangén. van de he-
pahugj die men van kkur geeft. , Gij weet;
dat.het .Wit uit de vereeniging van de enkelvoudige
gekleurde Lichtftralen , ert het Z.\ àrt
uit eeri gemis ' van alle Lichtftralen ontftaat;
Door, vermenging van peel; rood en hlaauw
Wordt eene. Kleur, bijna gelijk, geboren.
De , grootfte Vaderiandfcle I. Bloemfchil-
def J À N V A N H u IJ s u iM gebruikte zeer
zeldzaam, en mogelijk * n o o i t d e eigenlijke
Zwarte verw , maar hij temperde altijd zijne
fchaduwen uit Geel, Rood en Blaauw; Vijf
zijner • overgeblevene Stukken, uit fapverwen
gemaakt, Zonderi Wit of Zwart te gebruiken
(eenige duizend Gulden waardig) Waren in
de rijke kabinetten van de Heeren ' c o r n.-
PLOOS VAN AMSTEL, GOLL enNVMAN,
te Amfterdam. Bij de ppenbare veiling
van het Kabinet des Heeren v a n »e r
POT, te Rotterdam, werd een zijner Fruit-
ftukken verkocht voor 3600 Gulden ; terwijl
thans eenige Bloemen en Vruchten vari
dezen beroemden Kunftenaar, in ’t miniatuut
geteekend, in ’t Koper gebragt en gekleurd
door H s c h w Egman te Haarlem, alge*
ineen verkrijgbaar zijn gemaakt.
V . Het getal der Kleuren, dat dezè ßloe-
jrien vertoonen is zeker zeer gruot!
A. Het
G E TA L der' KLEURËNii.
A. Het gaat met dei Kleuren als met de
Letters, met de groridftoffen; door eene oneindig
verfchillende zamenvoeging wordt eené
oneindige verfcheidenheid geboren, oTcliooii
hier, bij de Kleiiren, de zamenftellende deeleá
fteclits zeven enkelvoudige Kleuren zijn.
V. ik zal dus zeer vele namcii van Kleu-
fen kunnen krijgen.
A, Deze dient fflen te kennen, wil men
bij de befchouwing of befchriiving der Natuur
de ware en ahoos . vaste Kleuren bepalen,
die diènen moeten om de foorten vaa
Dieren, Planten en Delfftoffen wel te keii-
tperken en te onderfcheiden; doch zoo g§
Znlks beproeft, zult gij het moeijelijke, ja
fchier onmogelijke daar van ondervinden wegens
de verbazende ¿verfcheidenheid eri rljk-
dom van Kleuren in de Schepping. Tevens
zult gij dagelijks eene Muzíek , eene Harmo-
ijie, die niet voor de Ooren, maar.voor de
Oogen is , verneinen. . " .........
V. Eene Muziek , eene Flarmonie voor dé
Oogen ? . . . . /
A. Ja zeker ! In de Kleuren, niet flechts
der Bloemen, maar der geheele Schepping
is , zoo wel als in de eigenlijke Muziek;
Schikking, Orde, Verfcheidenheid en Verbinding;
zoo dat de goedertieren Formeerder
van het Fleelal eene vaste fchikking in da
Kleuren 'gemaakt , heeft. Bij voorbeeld, de
Rang