
l i f í l
. " á í f V i If:
, |0á <©.-J)EfeN!E»yriE':Tl©a “
o-Vi '»Dan, al' de heerlijkheid' dezer trotfdie
Boomen is ; geheel yerdwenen in fe den Winter
, daar dezelve dan als geftorven zijn.» *
■"A. De Dennen, #e gij»"daar ziet, be]
fimidens h»imne ¡ Bladen.; . en,. w ilt. glj fteed?
groene » H eg.gen i»en Lanen, . neem»:»den (leke-
Pgen H«/íf , den hoogen Tqkfis, á^n nutti-
gén JenevetboomyxxAnéex^, zeker , verliezen
'de» Bosfchen veel van hun. fieraad , wanneer ,
de Herfstvorst de Boomen bladenloos maakt.
V* Den nnttigen Jeneverboom, zegt glj?
'."©A. ' Welk een kwand deed de Schepper^
door den Jeneverboom voort te brengen I
Welk een nadeel bcdrijft de Kunst, die me?
gen houtje de Bezien, welke er aain groeijen /
van de takjes klopt, in een mandje of op eei?
hleed : opvangt, . en uit dezelve,! iu een ketel
inet Granen gemengd, eenen Drank ftookt,
die den afgematten natten Zeeman of zwaar
dfbeidende Lieden » verkwikt; ‘ die bezweer
ó f koud zijnde Menfchen nut doet, en zelfi?
algemeen in dit ons koud, vochtig, veran-
derlijk klimaat bij zeer fpaarzaam gebruik een
Geneesmiddel is. Doch zoo gij op het mis«
»■bruik le t, dat van dezen Drank gemaakt
wordt, dan moet ik zeggen, dat dit alzins
zeer groot i s , en de Jenever tot de zoo lieder-
lljke dronkenfchap veelvuldige aanleiding geeft»
het menfcheiijk leven yerkort , en duizend
onheilen in de Maatfchappij aanrigt. Dan,
" ik
J L E f e E iN 'D A ’M P; »Ste^
^ herhaal » hetV bet -misbruik emt het
■ gebruik niet weg.
V . bloel komenfewij-biei' mt het Bosch?
A. ik 'héb er U niet' diep"ingeleid, omdat
het ons anders, te laat zou worden, en,
zelfs ongemerkt , - längs' , eenen , .weg doen
gaan, die er o n s ipOedig uit/zou rbrengen*
Vermaak U nu met het fchoon „ Gezigt vai|
d e z e hoogte des Bergs.'' De, witte toppeip
van het vrolijke Loo kijken maar even boveh
hit de hooge Bosfchadien ■ aan; onze linker«
h a n d . Regt voor ons » doet zieh» het DotP
Appeldoorn op; ver daár achter ziet gij de
$teden Deventer en Zutphen . ♦» .». - . -
V . Ik beken, dat dit Gezigt verrukken^
-fchoon i s . . . Dan, wat zie ik ,hier? Komt
Wr n i e t onder ons fpreken een Damp aan de
Lncht? ■ 7 > »fe. ' - ' »©,
■ 'A . In' Dfenthe, Overijsfel en Bentheim lig-
p-en vele Veenen en Heidevelden, welke.de
'Matidlieden, .na dat zij de bpvenfte oppervlakte
losgemaakt, in plaggen geftoken, en ook
»wel in hoopjes opgeftapeld hebben, in brand
»fteken ) opdat daardoor eenige vruchtbaaf]
r|teid 'aán dezen,»anders woesteii grond gege-
, yen möge. Worden, wamieer . zij er aanftond®
„Boekwfeit in»zaa»ijen, .die' er, uitnemend wel
in tiert. Dus branden of fmenlen er foráwij-
4 en mogelijk wel . vijftigduizend Morgen
:'Lands,"hetvvßlk :een geweldigen en zéer.oñ-
‘7, ' . ..■.aan»
, -I. -
felfe»» w
filpji
p '
t r