
44 W I N D . W I N D . 4S
, A . De Waarnemingen hebben geieerd , dat\
cr door elkanderen in ons Vaderland in elk
jaar 28 duimen hoog-Water als. Regen valt.
Weste , Noordweste en Zuidweste Winden,
die de Dampen der Zeeen tot ons overvoeren ,
brengen ons de meeste Regen, en wel van Ju-
lij tot December meer , dan van Januarij tot
Julij, aan. .
V . Ik heb wel eens van Bloedregens en
Wolkbreiiken gehoord!
A . De Ouden hebben veel van Bloedregens
gebeuzeld; doch offchoon hier oiider veel bijgeloovigs
en onwaars gevonden wordt, is het echter
waar, dat fomwijlen door Infecten, of door
het rood ftofmeel der Bloemen, het welk de Wind
yerfpreidt, het Water eene roode Kleiir verkrijgen
kan. Wolkbrepken ontftaan door eene plots-
lijke vereeniging der Mftterbelletjes in de Wolken,
en' zijn tot ons geluk uiterst zeldzaam-.
De Stortregens, die bij Donderwefer dikwijls ,
i^allen , ontftaan uit dezelfde oorzaak ; dan
tocb verliezen de Wolken fpoedig de Electrieke
ftoffe, vvelke de Waterdeelen van elkander gehouden
heeft.
y . Offchoon ik reeds weet, dat de Wind
niets anders dan eene beweging der Lucht van
de eene plaats des Dampkrings naar eene andere
is , ■ wenschte ik echter wel wat piesi
van den Wind te weten?
i\, Uwe begeerte is prijsfelijk: want van
den
den Wind kunnen vele fchoone dingen gezegd
worden. Daar de Wind of deze beweging der
Lucht veroorzaakt wordt door een verbroken
Evenwigt in derzelver digtheid en zwaarte ,
waardoor dan de dikkere Lucht naar de dünnere
been ftroomt, zoo zijn de oorzaken van
den Wind zoo veeivuldig, als die zijn, welke
de Lucht Q| de eene plaats digter of ijler,
dan op eene andere plaats , maken kunnen.
Zoo als b. V. warmte of koude, vochtigheid
of droogte, meerdere of mindere uitwafeming
en vele andere oorzaken meer, welke wij alle
nog lang niet kennen. -
V. Zijn de Winden in ons 'Vaderland , niet
zeer veraiiderlijk ?
A . Voorzeker , gelijk zulks algemeen
met het Weder bij ons plaats heeft. Van
1701 tot 1770 heeft men tc Amfterdam waar-
genomen, dat er gewaaid hebben 24I Noor-
- de, 30 Noord-Oofte, 48^ Ooste, 21 Zuid-
Ooste,„24 Zuide, 67 Zuidweste, 54 Weste
en 31 Noordweste Winden. Waaruit gij zien
kunt, welke aldaar het meeste en het minfte
waaijen; of wilt gij hier omtrent nog iets nader,
zoo, weet dan, dat volgens de waarnemingen
van den Hoogleeraar m u s s c h e n -
BROEK de Weste Winden hier te lande 77
dagen in het jaar waaijen , welke, volgens
ftraks gezegde redenen regenachtig zijn. In
den winter geven zij dooi, in den zomer bij
warm