
B E S L Ü I T .
omgaan , en te achteloos, . traag eri nals-
tig omtrent den , laatften verkeeren? Zeker
is h e t, dat het Electrieke Vuur een.der eerfte
drijfveren rin de Natuur i s ; d a t. het op
meest alle gebeurtenisfen op dezen Aardbol
den grootften invlo'ed hee ft, offchoon men
nog niet in ftaat i s , om bepaaldelijk de
eigendommelijke werking der Electrieke Vloei-
fioffe op te geven. De Allerhoogfte, wiens
doordringend , oog niets o n tllipt; * en die ■ bij
de eerfte Schepping alle toekomende verfehijn-
felen volkomenlijk kende, getuigde . in . eene
verhevene uitfpraak, dat alles goed was.
V . Ik ben yoldaan, D a n , gij fchijnt te
willen eindigen!
A. J a , na U echter to t verder onderzoek
van dit alles, en:.tot eene eerbiedige bewondering
van Gods M a g t, WijsheitTen Goedheid
le hebben aangefpoord. „ Mögt eene
„ edele Dankbaarheid, eene zuivere fchuldi-
„ ge Liefde in uw en mijn H a r t, in het
H art onzer Vaderlanderen, fteeds - gloeijen!
mogten ze alle vele doorflaande proeven
„ daarvan geven! mogt Gods Geest, die
ons to t hiertoe van het eene to t het andere
zijner Werken geleidde, eil zoo vele
„ wijsheid aanwees, ons dezen edelen pligt
„bef tendig leeren, hoe wel zal dan alles
zyn!” . ’ < . 7
Z E -
. z ' - E ; V £ ' N - D E '
Z IEMEN S P R A AfK.
Ö V É R ;D E
É IGEÑSCHAPPEN der DIEREN»
Zoetheid der Befpiegelingeny Landleven, Ver
deeling en O vergangen in de Natuur. Getal
der Dieren. Aard. Zintuigen. Le-
venswijs. Voedfei. Stemmen. Hoofd* .
„ Haar. Booten. Verbastering. Zieh-
te. Bewaring. Nuttigheid. Ziel*
Kunstdriften. Taal. Geboorte.
Sterven. Barmhartigheid om-
. ttent de Dieren.
V r Aä ö . JD_ ./aa a r gij mij iri zes Zairieri«
fpräken de Eigenfchapperi van Gods AVerken;
het Uitfpanfel; de L u ch t en de Verhevelingen;
de Aarde en hare Gronden; het Ligchaam
,en de Ziel vän den Mensch; de Bergen
en de Duiriem; de Zee’ en de Rivieren
het AVater en het Vuur veitoond h eb t, zoo
js in mij de begeerte to t Verderc kennis op-
gewekt» W ilt gij mij verder met uw Onderwijs
beguriftigeri?
A N T w ö o k D . Met hoe veel vreugde zi©
L a ik
i
X
1/ , ;
’
i: ’ ’
I ■ ”