
liaalde;men zestigduizend Slaven nit .Afrika
om voor de weelde van den Enropeer, die
zich . befchaafd, verlieht, die zich een Christen
, noemt, bloedigen arbeid te verrigten . . , .
dan, geen woord meer hier van te vergeefs
toch folteren wij ons met „ aan den
Slaaf te denken,, en dat hij, die er minder
ongunlHg over denkt een’ s t e d m a n leze
over . Surinamen en Guiana / ,
V, Hoe denkt. gij over . de . Koffij, ten
opzigt - van onze gezondheid 1: : . .
A.. Guoftiger, • dan over., de Thee, doch
alle misbruik is nadeelig, en fteeds zou ik
aan den oud vaderlandfchen Drank, het
Eier , den voorrang, geven. Vele inlandfche
¿aden en Wortelen' heeft men ter plaatsver-.
vanging der Koffij, bijzonder thans, daar
zjj tot eenen zoo hoogen prijs. geftegen is ,
beproefd en voorgeftagen, en onder deze is
de Cichoreiwortel, zeker, het . algemeenfte.. in
-gebruilc gekomen, Beetewortekn , xxi
gefneden, voorzigtig. gedroogd en fijn.gema-
, len heeft men ons uit Duitschland als de
.gezondfte en Tmakelijkfte plaatsvervangfters
van de Koffij opgegeven. Dat men in ons
Vadgrland de Aanlamandelen ook tot dat
einde : aankweekt,• en' als Koffij gebruikt,
zal U . zeker bekend zijn.
V. Van weik eenen Boom zullen wij nu
ferekta? ’
' ■ ' A, Wi|
/. A. Wij zijn ongevoelig. ttit het- Oosten in
het Westen geraakt© laat ons' er nog een
w i j l e tijds ve'rtoeven .om hex.'Suikerriet gade
te". flaan. ,
V. Zeg mij er ten minfte zoo veel vaii
als van de Thee-.en de Koffij.
a ; Gij fchijnt de Suiker boven dezen den
voorrang .'te geven! Voorzeker, , als men
let, ,hoe wonderbaar dit nuttig Vocht in
eene Plant, in , een Riet gelegd is , en door
kokcji er wordt uitgchaald; welk een grooten
tak van - Koophandel de Suiker uitmaakt;
van-, hoe groote voordeelen dezelve - is , zal
men dc Suiker den voorrang moeten geven:
en de gun'st des Almagtigen in dit gefchenk
daokbaar behooren te erkennen.
V . Ploe groeit dit Riet?
. A. ; Het Suikerriet, lang in Azie en Afrika
gekweekt, in het midden der XII. eeuw in
Sicilie gekomen , van daar naar Spanje en
vervolgens naar Madera, en van. deze plaats.
-naar Amerika gebragt, fchiet vele harde,
houtachtige , knoestige Halmen, zclden langer
dan zes voeten; naauwelijks zoo dik
als een vinger, groeijende deze Plant acht of
negen voeten hoog, ten dikte van twee tot
.vier duimen; jong zijnde vol knoesten, die
naar mate van den opgroei verdwijnen. Uit
het uiterfte komen de Bladeren en uit dezen
F f s " ecu
xi;:"
B IB;