
naar zijnen aard-, en God zag dat het goed
was* G e n e s . I .-25. Neem verder in aan*
merking, dat de voor Ons nuttigfte Dierey
inet den Mensch'van hetzelfde deel der, Aarde
herkomftig zijn , zoo , als, het Paard, de,
E ze l, de O s , het Schaap, de Bok;■ benevens,
het Zwijn, de Hond, de Kat,; op dat de,
Mensch terftond van ' dezelven gebruik zop
kunnen maken. Ten tweeden, dat de voor.
Ons: nuttigfte Dieren eenen; zoo buigzamen
aard hebb.en, dat zij zieh met den Mensch,
bet verst oyer den Aardbol laten verfpreiden,
cn tot eenen tammen of huisfelijken ftaat ; gefragt
kunnen:; worden ; en ; ten; derden, ' dat.
fommige Dieren op bijzondere plaatfen 9 door.
den Schepper in ftaat gefteld zijn geworden ,
om fchier , alle'* de ./behoeften - van / den, daar,
wonenden Mensch te vervidlen,’ gelijk de.
Kemel in Arabien en het. Kendier in Lapland.
V . „ o Allerwijste verordening des groo-
3, ten : Scheppers! O uitgebreide Goedheid,
3, die hier in ten onzen: beste zorgt!” / '
A . , Deze belijdenis verwert U, Gij, ziet.
d u s .w e l, hoe de Schepper den Dieren aay.,
,ons ondergefchikt, en tot ons. .gebruik ver-
„ordend heeft,. maar nimmer moet deze onze,
■ heerfchappij in wreedheid, o.nia.a.rden. ., Eep
Paard den ftaart af te houwen en op te kloven,
;op iftt hij naar den grilligen fmaak fchooner!
' fchijni, een Vink ;v a a ’t gezigt te berooven.
o p dat hij fraaijer le e re zingen, zijn verreo
aande Wreedheden, die ; men h
verfoeijen.' Gedenk dat de hooge AVetgever
van Israël bevolcn heeft : ywe» os zult gij
niet muilbanden, als htj ¿erseht. D e u t^
XXAI. 4. Wanneer voor uw aangezigt . een
fogelsnest op den. weg voorhomt, dn eentgeü
boom, of op. de aarde, met jongen of eijeren,
en de moeder ' ziitènde op '■ de . jongen. of
op de eij eren, zoo zult gij de moeder met
de jongen niet nemen. XXII. 6 .. De regt-
vaardige lient het leven zijner beest en.
; S i ’R. XII./ 10, ; Z o o / heeft de ; Vader der
Barmhartigheid in deze. en , vele andeifeBijbel-
plaatfen Barmhartigheid : inet de Dieren inge-
prent , en wreed met Dieren opi te gaan is zoo
wel gbddeloos ‘ als het kenmerk van eene
läge zielsgefteldhbid. ' Berüsten w y / v o o r iT e t
tegenv/oordigê n u hiërhij.
*9 9 g;,:
A C H T -
9 'i! ’