
O O G / X Ö O G L ID . :
werpen B afgebeeld, ; van welke de Lichtilralen
komen:. en in het Oog vallen, zoo dat het
Oog ... als eene zoo. genoemde . donkere kämet
moet . worden' beichöiiwdwaarvan de .opening'
door een eigen " leven vernaaüwd of ver-*'
wijd wordt, naar dat het Licht fterk of zwafe.
i s , .gelijk gij elk oogenblik bij Menfchen of
Dieren zien kunt. Door de breking der Lichtftralen,
waarvan ik U voorheen reeds gefpro-
ken : heb, .'wanneer >. zij '< door -de vliezen ■* eii.
vochten van': h e tO o g ; gaan, komen zij in:
een’ kleinen, omtrek op het Netvlies zamen,:
en ftellen - daar de.. afheeldingen van Land-*-,
fehappen,' Bosfchen, -Bergen, Kerken, duizend
duizend .malen verklcind voor, dp dat de te*
peltjes'der Gezigtzenuw. door elke Lichtilraaf
aangedaan, en die aandoening door,:: de:)Ge*
zigtzenuw naar; het. algemeen Gewaarwordiags
werktuig overgebragt möge worden.
V . Hier toont gij mij kiniSt op kunst 1: .:
A . Laat dat; weinige, dat ik er U mt
yan zeggen kan, ■ iiwen ‘ weetlust opwekken.?
ik- ga.,voort, Opdat wij niet telkens,ons
'zelven, of het Hoofd zouden behoeven dm,
te - draaijen is het Oog beweegbaar naar alle;
zijden en drijft. als in een zacbt bed . van vet,
doch ligt tevens, als- het edelfte gedeelte van
geheel het Ligchaam, in eene beenige holte van
het Hoofd. Het Oqglid is een gordijn, het welk
wij kunnen ophalen of neerlaten, dar gedurig
/..X- gew
e n k b k ä ü w e n : ö o R i t o t
gefchiedt om het ftof ä f . te weren, eiv den
Oogbol vDchtig’ te/houden P de; tia artje saan
de 'Oogleden geplaatst, 'zijii Waaijers,- om alle
fl'öfien-kleine vliegjes; af te keeren, de Wenk*
bfaliwen' zijn l'uifels , om het afdriiipehd zweet
te :beletten in het Oog-'te, vlöeijen. . . . dan,
ik kah Ü alle de wonderen van dit 66m Zin-
tuig niet opfommen. i
■ " V. Ik.'beloof U verder. onderzoek.' Weß
:ook bij andere; Zintuigen zoo raijiien Weet-
■iust op, en doe mij-:zien, waarop ik voorna*
:melijk te letten heb! ■ .. ; . ' ' .
A . .Iiet kraaßbeenig Oor van den Mensch
ftaat• altijd tot het hooren open, doch op' dat
de gehoorgang niet . door ftof worde verftöpt,
-of Infecten in, denzelven ' mogten kruipen,
■loost hij .eene taaiie: fcherpe ftoffe, welke wij
• van tijd-tot -tijd wegnemen. De ingang loopt
■als eene kromrae buis voort en iluit tegen een
.Vlies,, welk Vlies door de fchommelingen der
Lucht,' die het geluid overbrengen, ook in
even zu lk ' eene fchommelende beweging gebragt
wordt; waardoor eenige kleine beent-
Jes , . binnen in. de . gehoorholte bewogen zijnde,
verder de Gehoorzenuw aandoen, welke
.alsdan die aandoening tot het Gewaarwordingswerktuig.
ovejbrengt. Om dat de Lucht oolc
door den'mond in de trommelholte van het
■Oor kan komen, hoort men met open mond
iie t fcherpst, gelijk glj bij liiisterenden; of
G 3 bij
m