!iií
(JjpNlOC'iilJäU
111 íXlilii'í;
pn - Zeefmek, met . fte .kleine j^ter.ingeti, -met
¿en Aal en den Paling, mtt het, doog obj-
gploegen vgn het Strand ■ in , Zeelíind , in den
.iiazomer, te Yoorfphijn komend Vischje Smell
geheeten,- met dqríPijlfiaart , w t dqn R o g , en
-andere meer, . . , ... .. . . i ,., ■
, V. Geene andere erltentenis kan-ik'doen,
dan te betuigenx Heer is aan alien :goed,
An ß jne barmkmigheden gaan ,oyer alR
ydjne werken \ Y . . ',;./„Y/fe./" “
: A . Zoo ife U-zQO wel yerbazen wilde,
4 oor het wonderbare, dat vele -Visfchen op!
.levemn, als door het nut dat .; ¿ij pns aan-
brengen^j zq o . - zou .ik oqk yan den Haai
-inoeten gewagen, die tot „-twintig en meet!
yoeten fcng wordt, .zes rijen beweegbare
Tandeft .achter, elkander in den»-Mond rheeft,
men zoo vreesfelijk -wijden Reel bezit, dat méij
^ n s in eenen een geheel Paard gevonden
heeft, en wiens kracht 'zoo yerbazend .groot
j s , dat hij zieh tot twintig voeten hoog
„boven hqt Water kan flingerem Deszelfs
Tuig en ftekelig vel wordt tot het affchuren
rvan hout, als anders, gelijk ook tot vele
fnuisterijen gebruikt, ‘ '
V , ^ulk een gedrocht yerflindt vast alle
s, wat het voorkomt!
A . Zijne gulzigheid en fterke fpijsverte?
ring is wel even zoo g ro o t, als zijne
•Tacbten en wapenen fterk zijn , maar bedenk
. . eens
eens, ' hoe ; wonderbaar de Almagtige dezen
.Roover ia zijne woede heeft willen betenge*
Jen, door zijnen Bek zoo te plaatfen, dat Iflj
:ziclj telkens op den rug, möet werpen, als
hij' iets wil aanvallen! Zoo is ook de Zon-
mvisch van een zeldzaam maakfel, d.aar. hy
meer,,'een’ l afgehakten kop met twee vinnen.,
dan. een geheelen Visch gelijkt, Lijf en Staart
¡fchijnen .hem te ontbreken, Doch vooral
:zijn de Siddervisfchen, waar van men tlians
.vijf verfchillendg ifoorteii; kent , van eene al-
.ierzeldzaamflc‘ gefteldheid,,' daar zij als met
eene,'ElectriekeftoiFe geladen fchijnen, en daar-
.floorb ij aanraking eenen‘ flag o f ’.fchok „ge-
,ven, gelijk , men van eene . geladene Battery
bij de Electriciteft .pntvangt, Dit vermögen
ftrekt,,deze .Visfchen., .gelijk ;de Sidderrog
■van : de „ Middellandfche Zee ,en -de Sidderaal
van, Suriname zoo'wel om.eene'¡prooi • te bentag'
tigen, als om zieh .tegen aanyaUende vijanden
te verdcdigen, . , -
V . Welk eene zeldzame .hocdanigheid!
A. Voor-zekey.; doch laat ons door het
zeldzame den allernuttigften Visch nkt vetv
gcten,:.ik jpeen den Haring. Deze Vis.ch
trekt -tegen, den ■ Zomer uit het verre iNo-or-
den, zwemmende bij geheele fcholen, in mil-
iioeiien naar .Iftitland pn verder naar de Sehot-
fche kusten, werwaarts dan onze Vaderland*
fche ' Visfchers .met hunne kloeke vaartiiigen,
■S'a . .
I
I
[Ii
Mi