
rf
B E R G E N .
, A . : Er . zijn afzonderlijke, maar ook gehes*
le Ketens van Bergen of Gebergteii, De laat-
, fte zijn del merkwaardigfte eu de ho'ogile; zij
loopen zuid en noord en ook oost en west
over de vlakte der Aarde en den bodem der
Zee yoort. , Zij beftaan meestal uit -Graniet
o f Rotsfteen,, die echter dikwijls , door de
geweldige veranderingen, welke onzen Aardbol
ondergaan heeft, met Aarde en Kalk om-
. geven , en met,. Metallifche. Delfftoffeii. doorfne-
den zijn. : Een der Andifche Gebergten, de
Chimhorago , fcbat men 19320 .cn de Mont
Blanc in Savoije 14682 voeten hoog te zijn. .■
V . Verbazende hoogte.!' , ' ?
. A . Denk nu bij deze verbazende. Stof-
Idompen aan'de grootfche taal van j e s a i a s s
Wie heeft met eeK drieling het ftof der. aarde
begrepen ? en de bergen gewogen in ’ eene
waag, en de heuvelen in eene weegfchaal?
XL. 12,
V . Doe mij dan nu bij de Bergen de Al-
magt .vereenigd zien met de - Wijsheid en de
Goedheid ! .: ; . . .
' A. Befchoiiw dan de Bergen. als' zoo vde
Schatkameren van Metalen en andere Dclfftof-
fenp'als zoo vele Sluizen voor te fterk ftroo-
mende Lucht; als zoo vele beletfelen voor
het geweld van woedende Stormen • als zoo
.vele vergaderplaatfen van altijddurende Sneeuw;
als zoo vele middelen ter verkoeling des Dampkrings
fe
. ; B E R G E N . ^
ilifirigs in heete ftreken; als' zoo ■ vele oorza-
Icen van Bronnen , en fteeds ftroomende Rivie*
yen, ' en zijn U deze zes .gewigtige Dienften, ■
.die zij , doen, nog niet genoeg; bedenk dan
verder :hoe zij. bijzondere Planten en Dieren
ubevatten; hoe zij de tegen . hunne helling ge-
. plante Wijnftokken dwingen, door verdubbel-
de warmte, den edelften.drank te geven... ■
. V . .Ik moet bekennen , dat ik- thans de
Wijsheid . van den Schepper in de formering
9'der Bergen inzie. Doch verklaar mij, hoe de
9 Bergen in heete Gewesten met Sneeuw bedekt
-kühnen zijn ? 9 :.9*" , 7
‘ A. ' De 9 Stralen der Zon verwarmenniet,
de Ligchamen,’ door welke zij henen gaan,
. -en dus wordt de Lucht niet vefwarmd dan
■door den grond, of de ondoorfchijnende L ig - *
■ c h a m e n , die de Stralen indrinken of opnemen,
. Hier uit moet van zelfs volgeii, dat het laag
aan, den grond het warmst, en ver van den-
‘ zelven het koudfte is , en dus is de Bovenlucht
beftendig zoo koud, dat het Water er
fteeds bevroren is , gelijk op de zeer hooge
'Bergen, die zich boven de Wolken verheffen.
'-’ V . O mogt dk : ook eens zoo hoog opklimmen,
mogt dk ook- eens mij in de fchoo-
ne Gezigten ' verlustigen , die ■ het Bergrijk
Zwitferland . oplevert ! De Befchrijvingen 'en
Afheeldingen - daarvan' verrukkeir mij reeds!
..- A- Beteugel uwe zucht,-uwe.begeerte naar
■hei
J:
1. I
ii
f.
•J
S. 'I
L
S I,
u
i
■wft