
/
496 S O U R E N S C H E W O U D .
kleine Dorp Hal, meer naar de linkerhand
ileekt de Torenfpits van het Dorp Voorst
nitj en verder in het veifchiet ziet gij de
groote en hoogleggcndc Bergkerk met eenen
Molen van Deventer, terwijl hier en elders
lagchcnde Korenvelden, cn weelige Weiden
met uitmuntend Vee het oog bekoren. Welk
eene verandering heeft dus ons Vaderland
ondergaan! Oudtijds betlond hetzelve uit
woeste Bosfchen , Schorren en verdronken
Landen; nu ziet gij het in een Paradijs
verkeerd. "
V- Zeker ftrekt zulks onzer Vqorvaderen
Vlijt en Nijverheid tot roem.
A . Laat ons nu naar het Sourenfche
Woud gaan, ’t welk zieh in die donkerheid
aan den Gezigteinder vertoont, en, terwijl
wij al hooger klimmen, daar het op eenen
Berg ftaat, zich hoe längs hoe meer aan
uw oog zal ontwikkelen. Hondei'd, honderd
duizenden • Boomen, alle verfGhillendc van
Stam, Takken, Bladeren, Kruinen zult gy
daar aantreffen. Trotfche Eiken, die een®
halve of heele eeuw de fcherpe bijl ontgingen ^
en Winterftormen belachten; fierlijke Dennen ,
in een altoosdurend groen gekleed, die met
hunne bladrijke fpitfen de wqikcn klieven;
ratelende Populieren , hoog in^ de lucht
bevende, als of him het doodelijk nur der
zware ter neervelling ware aangezegd; pimen
van
S O U B iE N S C H E W O U D . 4pf
van eene onvergelijkelijke hoogte, en verba-
gende dikte, ftatdljk in elkander verward;
Ivitte Beuken met affchilverende Schorfen, zich
nederig onder anderen verhelfende, of nevens
derzelver zijden fclniilende; eldérs, daar de
hakbijl gewoed heeft, jonge Boomen,,bij
welke de Zonneftralen vrijheid gekregen hebben
om den , grond te bezoeken; Gronden
met velerlei Mosfchen. en Planten beflagen,
met Aard- en Blaauw-Bezien; - heele Velden
met Kreupelbosch van verfchillende jaren ,
o f jong opgaand PlantfoenTfoat de Nakome-
ling hakken za l; dit, dit alles zal zich daar
aan U vertoonen. Doch laat oils nu langzaam.
gaan, om niet bezweet dit koele Bosch
in te. treden, of liever hier op dezen Heuvel
eenige oogenblikken pcerzitten; wij hebben
er een aangenaam Gezigt op bet Woud,
V . Ik zet mij dan hier neer, en zal ver-
nemen, werwaarts gij mijn oog leiden zult.
A. Gij ziet hier eoi-st Akkerlanden, daarna
Hei, vervolgens Plcesterseindelijk Boomen
en alomme vele Planten.
V . Waartoe zoo vele lage , Planten en
Kruiden bij en onder die BoomenY
A. Denk hier aan hetgeen, ik U van de
met, Planten beflagene' .Slootswallen gezegd
heb. Véle zijn ter.fpijze van de Herten, de
,, Hiöden,. dC: Hazen en . de Infecten;. andere
bemesten.'deh grond ien nutte der Boomen,
of
fk
i j'
;Jf.