
to% s l o k d ä r m . k a a r b e e n e n .
huts; achter d^ze-Jigt de Slokdann, längs
Welke het voedfel naar de Maag gevoerd
wordt. . i
/ ¥ . Wanneer wij: dan de fpijs doorflik-
ken, ZOO moet , ze 'in de Luchtbuis valleii',
:om dat die vooraan ligt en open ftaat? )
A . Dit zou zeker, volgens. uwe juiste opmerking,
gebeiiren, had. de Schepper, die
nooit iets voorbij zag, niet daarvoor gezorgd;
■Bij, het dooriliklcen van fpijs o f 'drank druk-
■ ken wij een klepje op de opening der Lucht-
,buis, waar door het voedfei over deze heen
■in de Slokdarm komt; doch wanneer wij onder
het. doorftikken fpreken of hoesten , drukt
• de Lucht dit klepje te rug', en er kan dan
.-iets in de Luchtbuis, d&'verkeerde keel, zoo
als wij, zeggen, komen, ’t. welk dan door
• hoesten weder moet worden uitgeworpen.
Wonderbaar wijze inrigting!
:■ A. . L a a t' ik voortgaan. De. Bownkaak is
aan het beengeftei des Hoofds onbeweeglijk,
'.doch, de Benedenkaak kan door; fterk werkende
Spieren op - en nederwäarts ’ en , fchuips
-bewogen worden tot het . Spreken ,en opdat
de Tanden de fpijzen vermalen. De 32 Taö-
den , die bij volwasfenen ' in de Kaakbecnen
; geplaatst zijn, onderfcheiden zieh in drie
, foorten, als Snijtanden, die de voorfte en
; beitelvormig zijn tot het afbijten derTpijzen;
aan weerszijden van dezen ftaan deJioncJ^-
; tan«
T a n d e n »
fanden,'^ meer ;pnntig, om taaije fpys door te'
fnijden, terwijl, de. achterften, Kiezen of Bak*.
. tanden g'eheeten, pla-t zijn als een,roolenfteen,■
ingekorven of met fcherpe punten voorzien,.
om de fpijzen, door de voorften afgefneden,
te vermalen,- Allen zijn zij met een wit ver-
glafel of emailleerfel .voor het afflijten en da -
werking van fommige fpijzen, overdekt; voorts-
ftaan zij in de geregeldfte prde,. komen bij,
het Kind niet eer, voor dat hat. hegint in
ftaat te zijn om door vastere fpijzen, dan
de moedermelk, gevoed te. worden, en eindelijk
zijn zij . ZOO wel in, volkomenheid eii.
blankheid kenmerken eener goede gezondheid,.
als zij ter onderhouding en verlenging des levens
vereischt worden, omdat-het wel fijn
malen der fpijzen daartoe noodig is,
¥ , Dus heb ik mij voor te fchielijk eteff
te wachten!
, A . En niet minder voor te heete fpijzen
en te fchielijke afwisfeling van heet en kpud,-
als waardoor de 'Tanden haar ivoorachtig he-,
kleedfel verliezen en brokkelig worden. Eindelijk
moet ik U nog herinneren, dat het ook
tut het gebit of de Tanden van den mensch
blijkt, dat hij verordend i s , om zoo wel
groente als vleesch, en zoo wel vleesch als’
groente te eten.
V . Nu zullen wij dan tot den Romp
kunnen overgaan!
A» ZotW
f:,-
■?x';
. R