
«ÖO
ilvin dit Schepnet. vei-fcheiden Visfchen heb,
die ik den eenen; ns-, den anderen er, zal
uithalen. Bovendienzijn zij nog met een’
bijzonder Slijm :-overtogen , dat , uit kleine
Slijmholen afgefchciden wordt, en ’t welk
niet alleen het inwateren .belet, maar ook
den Visch door gladheid eenen fnelleren vaart
in ’t zwemmen geeft. Ik zal nu dit Schep-
n e t , waaraan veiicheiden . Schobbetjes. zijn
biijven hangen, mede naar liiiis nemen/ en
ze U door het. Microscoop .laten zien. Dan
zult gij. opgetogen ftaan over de Kleur, over
de Verfcheidenheid, over de Dunhsid, over
de Sterkte,' over de Regelmatigheid, en over
de juiste Zamenvoeging . op elkander. Het
Vlies dat de Schobben .bedekt, -is bij velen
van een uitmuntend; .Dehoone ' kleur,,. en - wel
met'goud en zilverglans verfierd.
V . Ik verlang deze Schobben te zien!»
A . L e t , intusfchen, op het maakfel der
Visfchen, waarin algemeen meer verfcheidenheid
heerscht, dan bij de Landdieren. , Breed
en dik zijn zij van voren, en loopen achter
dun en fcherp, toe , juist zoo als zulks
voor de doorklieviug van liet Water het
gefchlktfte i s , blijkens ook de gemakkelijke
en fnelle bewegingen, die de Visfchen zFcIi
ill het Water kunnen geven. , .
V . Waardoor bewegen zij zich?
A . Door de Vinnen, die huh als riemen
die*
: dienen, en wel ’ vooral door , den Staart:
want deze- regts en links■ met/eene groote
fnelheid ilaande, ; f t o o f de' Visch "zicIl even
Z O O ' vo'oruit ■, als de 'Matroos met ¿¿n. rieni
op de'n achteifteven de Boot voortwrikt.
y . En wanneer zij in' het Water willen
Klimmen of Dalen? ‘
A. Daartoe ■ heeft de Almagtige aan vele
Visfchen zwemhlaasjes ■ 'gegeven, welke; Blaasjes
zich uitzettende, den Visch ligter maken,
■en dnS doen rijzen, en zaamgedrukt wordeiii
•de, omgekeerd , ' den 9'Visch doen dalen. Gij
hebt zeker deze lucht -: o f zwemhlaasj es dik-
wijls in de Visfchen gezien? - '
V . O ja! doch de wonderbare Wysheid
van den Sch&P-Bei-hr.fterze.Lvm: jiutrige -ftrek-
king'hlet opgemerkt! Dan, waarvan leven
zoo vele Waterbewoners ? >
A . Offchoon ook fommigen Z e e -o f Wa-
terplanteu nnttigen, onderhouden zij zich echter
meest door elkander te verilinden; en daar
het verlies hierdsqr zeer • groot moet zijn,
is ook de aanvvinst door de fterke ver-
menigvuldiging der Visfchen allerverbazendst*
Immers men heeft gevonden ■
in eenen Haring
in eenen anderen
in een’ Spiering
— — Karper
y R
aoooo eitjes.
360960 ——
'14411 — "
. 34^^44,
in